Per 1 juli 2012 treden de Wet prejudiciële vragen aan de Hoge Raad en de Wet versterking cassatierechtspraak in werking. Het nieuwe rolreglement voor de prejudiciële procedure en de aan art. 80a RO aangepaste procesreglementen voor de gewone cassatieprocedure in dagvaardings- en verzoekschriftzaken, zijn op 4 juni 2012 in de Staatscourant gepubliceerd.
Prejudiciële vragen
Rechtbanken en hoven kunnen vanaf 1 juli 2012 een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad stellen, als een antwoord op deze vraag nodig is om op de eis of het verzoek te beslissen en rechtstreeks van belang is:
- a. voor een veelheid aan vorderingsrechten die gegrond zijn op dezelfde of soortgelijke feiten en uit dezelfde of soortgelijke samenhangende oorzaken voortkomen, of
- b. voor de beslechting of beëindiging van talrijke andere uit soortgelijke feiten voortvloeiende geschillen, waarin dezelfde vraag zich voordoet.
Voor deze procedure is nu een reglement vastgesteld en gepubliceerd in de Staatscourant. De wet (art. 393 lid 3 Rv) en art. 7.1 van het nieuwe reglement bepalen dat voor het partijdebat bij de Hoge Raad inschakeling van een cassatieadvocaat (“advocaat bij de Hoge Raad”) vereist is.
Selectie aan de poort
De bestaande (rol)reglementen voor dagvaardingszaken en verzoekschriftzaken in cassatie worden per 1 juli 2012 aangepast aan de invoering van art. 80a RO, dat het voor de Hoge Raad mogelijk maakt een ingesteld cassatieberoep “aan de poort” niet-ontvankelijk te verklaren als (1) de partij die het cassatieberoep instelt klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep, of (2) de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
Meer informatie over beide wetswijzigingen is hier en hier op Cassatieblog te vinden. Ook kunt u hier contact met ons opnemen als u vragen over de nieuwe procedures hebt.