Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: verschoningsrecht


HR 17 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:255

Op welk moment kunnen partijen hoger beroep instellen tegen beslissingen die worden genomen in het kader van een getuigenverhoor? Maakt het daarvoor nog uit of het gaat om een voorlopig getuigenverhoor? De Hoge Raad geeft in deze uitspraak antwoord op deze vragen. In dit Cassatievlog bespreekt Maartje Möhring in drie minuten de uitspraak van de Hoge Raad.

Cassatievlog #049 is ook als podcast beschikbaar.

HR 17 februari 2023 ECLI:NL:HR:2023:255

In art. 28 lid 1 Wet Bibob ligt geen verschoningsrecht besloten; de rechter die in een burgerlijk geding een getuige hoort kan onder omstandigheden beletten dat vragen worden beantwoord indien die antwoorden gegevens zouden betreffen zoals bedoeld in art. 28 lid 1 Wet Bibob. (meer…)

HR 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:532

Voor de beantwoording van de vraag of informatie over een derdengeldenrekening van een advocaat onder het verschoningsrecht (ex art. 53a AWR) valt, is beslissend of hem de informatie in zijn hoedanigheid van advocaat is toevertrouwd. Of dat het geval is, is in de eerste plaats aan de advocaat om te beoordelen. Volgens de Hoge Raad kan informatie over de derdengeldenrekening onder omstandigheden worden aangemerkt als informatie die de advocaat in zijn hoedanigheid is toevertrouwd. Dat neemt echter niet weg dat een advocaat alleen derdengelden mag ontvangen op zijn derdengeldenrekening voor zover deze direct te relateren zijn aan een zaak en de gelden ook functioneel zijn voor het verloop van die zaak. In alle overige gevallen is het ontvangen van gelden op de derdengeldenrekening niet toegestaan. (meer…)

HR 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:600 

De vertrouwelijkheid van met een advocaat of notaris uitgewisselde informatie kan voor de rechtspersoon een gegronde reden opleveren om geen inzage te geven in stukken die de onderzoekers nodig achten voor het onderzoek. De rechtspersoon kan zich ook op die vertrouwelijkheid beroepen indien de geheimhouder zich niet op een verschoningsrecht beroept. (meer…)

HR 15 maart 2013, LJN BY6101 (X en Y/H9 Invest c.s.)

Gezien de Nederlandse praktijk en de waarborgen die in Nederland omtrent de wijze van praktijkuitoefening van advocaten in dienstbetrekking bestaan, is geen grond om aan een advocaat het verschoningsrecht te ontzeggen op grond van het enkele feit dat hij in dienstbetrekking werkzaam is. Het Akzo-arrest van het HvJEU, waarin is geoordeeld dat wat betreft het Unierechtelijke mededingingsrecht een advocaat in dienstbetrekking geen verschoningsrecht toekomt, geldt niet buiten het Unierechtelijke mededingingsrecht. (meer…)

Cassatieblog.nl