Materieel verkeerde beoordeling leent zich niet voor herstel als kennelijke fout
HR 10 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1167
Een materieel verkeerde beoordeling van enig onderdeel van een zaak is niet een kennelijke fout die zich voor herstel leent in de zin van art. 31 Rv. (meer…)
Causaliteitsmaatstaf bij overheidsaansprakelijkheid voor vernietigde vergunningen
HR 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1112 (gemeente Hengelo / X)
Bij de beoordeling van een schadevordering wegens vernietigde vergunningen is niet beslissend of het College de vergunning rechtmatig had kunnen weigeren, maar welk besluit het zou hebben genomen indien het wel overeenkomstig de wet zou hebben beslist. (meer…)
Schone lei (art. 358 Fw) werkt niet voor eventuele restantschuld na einde schuldsaneringsregeling
HR 10 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1135
De schone lei van art. 358 Fw werkt niet voor de restantschuld die eventueel ontstaat als de voormalige echtelijke woning na het einde van de schuldsaneringsregeling wordt verkocht. Het verschil dat hierdoor kan ontstaan tussen het geval waarin de woning tijdens de schuldsanering wordt verkocht en het geval dat de woning na het einde van de schuldsanering wordt verkocht, vindt voldoende rechtvaardiging in de bereidheid van de bank geen gebruik te maken van haar bevoegdheid om over te gaan tot uitwinning. (meer…)
Ook aspirant-studenten hebben toegang tot de bestuursrechter
HR 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1049 (Universiteiten / SCAU)
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) voorziet in een met voldoende waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang voor studenten die willen opkomen tegen (de hoogte van) het verschuldigde instellingscollegegeld. Hier ligt dus geen taak voor de civiele rechter. Dit geldt eveneens voor aspirant-studenten, aangezien zij al voor de inschrijving een besluit over de hoogte van verschuldigd instellingscollegegeld kunnen verkrijgen. Tegen dat besluit staat vervolgens de bestuursrechtelijke rechtsgang open. (meer…)
Beroep op ‘kenbaarheidsvereiste’ bij wederzijdse dwaling is een bevrijdend verweer
HR 10 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1136
De partij die zich ter vernietiging van een overeenkomst op wederzijdse dwaling (art. 6:228 lid 1 sub c BW) beroept, dient te stellen en eventueel bewijzen dat is voldaan aan de vereisten dat de overeenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling, dat deze bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, en dat de wederpartij van dezelfde onjuiste veronderstelling is uitgegaan als de dwalende. Het is aan diens wederpartij om te stellen en eventueel bewijzen dat zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor de overeenkomst niet zou sluiten. (meer…)
Recente berichten
- Geen belang bij cassatie niet-dragend oordeel
- Bananenhandel en bewijsaanbod: wanneer is voldoende gesteld om tot getuigenbewijs te worden toegelaten?
- De gevolgen van het niet naleven van het Didam-arrest
- Cassatievlog #114 | De gevolgen van het handelen in strijd met Didam en de publicatieplicht
- Recht op vergoeding van in buitenland verleende geneeskundige zorg
- Uitleg van onduidelijke werkingssfeerbepaling
- Cassatievlog #113 | Voor inbezitneming van ‘publieke grond’ geldt geen afzonderlijke maatstaf
- WHOA-akkoord kan rechten schuldeisers wel beperken, maar bestaande verplichtingen van schuldeisers niet wijzigen
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (225)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (198)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (80)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (207)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (26)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (134)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (837)
- Strafrecht (6)
- Verbintenissenrecht (289)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (118)