De verhouding tussen het instellen van vorderingen op grond van art. 3:170 en 3:171 BW
HR 6 april 2018 ECLI:NL:HR:2018:535
(i) De regel uit art. 3:171 BW dat iedere deelgenoot bevoegd is tot het instellen van rechtsvorderingen/indienen van verzoekschriften ten behoeve van de gemeenschap geldt in beginsel slechts tegenover derden en niet tegenover deelgenoten, tenzij de vordering of het verzoek ten behoeve van de gemeenschap tegen een deelgenoot niet in de verdeling van de gemeenschap kan worden betrokken ingevolge art. 3:184 en 3:185 BW.
(ii) Voor vorderingen tegen derden is niet vereist dat deze op de voet van art. 3:170 lid 2 BW door de deelgenoten gezamenlijk worden ingesteld, mits de deelgenoot kenbaar maakt dat hij in zijn hoedanigheid voor de gezamenlijke, zo veel met name te noemen, deelgenoten optreedt. (meer…)
Jaarverslag van de Hoge Raad over 2017
Het jaarverslag van de Hoge Raad over 2017 is gepubliceerd. In de algemene inleiding op het jaarverslag wordt er onder meer op gewezen dat de Hoge Raad rechtsontwikkeling en rechtseenheid als een van zijn primaire taken is gaan zien. In het jaarverslag wordt daarnaast een aantal door de Hoge Raad gewezen arresten besproken die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de rechtsontwikkeling in Nederland. (meer…)
Arbeidsrechtelijke omkeringsregel bij asbestblootstelling en mesothelioom
HR 6 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:536
De Hoge Raad verduidelijkt eerdere rechtspraak over de arbeidsrechtelijke omkeringsregel bij asbestblootstelling (HR 7 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1717 en ECLI:NL:HR:2013:BZ1721) en oordeelt dat het feit dat mesothelioom altijd wordt veroorzaakt door asbestblootstelling, niet zonder meer meebrengt dat het oorzakelijk verband tussen de asbestblootstelling tijdens de werkzaamheden bij de aansprakelijk gehouden werkgever en die schade in beginsel moet worden aangenomen. Betekenis komt toe aan de duur en intensiteit van de blootstelling bij deze werkgever en van andere blootstellingen gedurende de latentieperiode, en de verhouding daartussen. (meer…)
Nadere uitleg van het begrip ‘belanghebbende’ in de zin van art. 798 Rv (II)
HR 30 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:488
Andere ‘niet-ouders’ dan pleegouders – zoals bijvoorbeeld een biologische ouder zonder juridisch ouderschap – vallen niet onder de reikwijdte van art. 798 lid 1, tweede volzin, Rv. Een pleegouder die de minderjarige in het verleden gedurende ten minste een jaar als behorende tot zijn gezin heeft verzorgd en opgevoed, maar deze verzorging en opvoeding inmiddels heeft beëindigd, kan niet worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van art. 798 lid 1, tweede volzin, Rv. (meer…)
Nadere uitleg van het belanghebbende-begrip in de zin van art. 798 Rv (I)
HR 30 maart 2018 ECLI:NL:HR:2018:463
De vraag of een betrokkene belanghebbende is in de zin van art. 798 lid 1, eerste volzin, Rv, dient te worden beantwoord met inachtneming van de uit art. 8 EVRM voortvloeiende eisen. Onder meer op basis van deze eisen heeft te gelden dat in de procedure in hoger beroep tegen een beschikking waarbij op de voet van art. 1:266 BW het ouderlijk gezag van elk van beide ouders over een kind met wie die ouders gezinsleven hebben, is beëindigd, maar waarbij de grieven van de appellerende ouder slechts zijn dan wel haar eigen gezag betreffen, de andere ouder belanghebbende is in de zin van art. 798 lid 1, eerste volzin, Rv in verbinding met art. 806 lid 1 Rv. (meer…)
Recente berichten
- Geen belang bij cassatie niet-dragend oordeel
- Bananenhandel en bewijsaanbod: wanneer is voldoende gesteld om tot getuigenbewijs te worden toegelaten?
- De gevolgen van het niet naleven van het Didam-arrest
- Cassatievlog #114 | De gevolgen van het handelen in strijd met Didam en de publicatieplicht
- Recht op vergoeding van in buitenland verleende geneeskundige zorg
- Uitleg van onduidelijke werkingssfeerbepaling
- Cassatievlog #113 | Voor inbezitneming van ‘publieke grond’ geldt geen afzonderlijke maatstaf
- WHOA-akkoord kan rechten schuldeisers wel beperken, maar bestaande verplichtingen van schuldeisers niet wijzigen
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (225)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (198)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (80)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (207)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (26)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (134)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (837)
- Strafrecht (6)
- Verbintenissenrecht (289)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (118)