Prejudiciële vragen over Brussel I-bis bij beroep op immuniteit van executie door internationale organisatie

HR 21 december 2018 ECLI:NL:HR:2018:2361
De Hoge Raad stelt aan het HvJEU prejudiciële vragen over de uitleg van art. 1 lid 1 en art. 24 lid 5 Brussel I-bis in het kader van een vordering die ziet op de opheffing door de Nederlandse rechter van een conservatoir derdenbeslag op een escrow-rekening in België. SHAPE, een in België gevestigd militair hoofdkwartier van de NAVO en de partij ten laste van wie het beslag is gelegd, heeft een beroep gedaan op immuniteit van executie en de vragen zien onder meer op de relevantie daarvan.
Verzoekschrift kwalificeert als ingebrekestelling ex art. 6:82 lid 2 BW (Sint Maarten)

HR 14 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2301
Indien een schuldenaar tijdelijk niet kan nakomen of uit zijn houding blijkt dat een aanmaning nutteloos zou zijn, kan op grond van art. 6:82 lid 2 BW (Sint Maarten) (gelijkluidend aan het Nederlandse art. 6:82 lid 2 BW) een ingebrekestelling plaatsvinden door een schriftelijke mededeling dat hij voor het uitblijven van de nakoming aansprakelijk wordt gesteld. Het oordeel van het hof dat het inleidende verzoekschrift in deze zaak voldoet aan de voorwaarden van een ingebrekestelling getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is evenmin onbegrijpelijk. (meer…)
Raadsheren Hoge Raad die de zaak niet behandelen mogen wel deelnemen aan beraadslagingen

HR 21 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2397
De Wrakingskamer van de Hoge Raad heeft het wrakingsverzoek tegen de hele strafkamer van de Hoge Raad ongegrond verklaard. Het wrakingsverzoek was gericht tegen de werkwijze van de Hoge Raad, waarin drie of vijf raadsheren een zaak beslissen, terwijl de overige leden van een kamer (reservisten) kunnen deelnemen aan de beraadslaging over die zaak. (meer…)
Kortere weg naar perceel is een redelijk belang bij uitoefening erfdienstbaarheid

HR 21 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2373
De eigenaar van het heersende erf kan een redelijk belang hebben bij de uitoefening van een erfdienstbaarheid van weg als hij daardoor een kortere afstand tot zijn perceel behoeft af te leggen dan hij anders zou moeten afleggen. Dat geldt ook als de omweg die hij zonder de erfdienstbaarheid zou moeten maken, kort is en in korte tijd kan worden afgelegd. (meer…)
Recente berichten
- Cassatievlog #128 | Is de groep MD/PhD-promovendi aan het UMCG werknemer?
- Benoemingen advocaten-generaal bij de Hoge Raad
- Geen sprake van herstelexploot bij tijdige, maar later ingetrokken appeldagvaarding
- Cassatievlog #127 | Verbeurd aandeel in gemeenschapsgoed gaat van rechtswege over
- Enkele perikelen bij het aanhaken bij een eerder ingestelde collectieve vordering
- Cassatievlog #126 | Termijnverlenging WAMCA-procedure heeft geen algemene werking
- Wanneer moet een niet-geregistreerd geneesmiddel worden vergoed?
- Cassatievlog #125 | Natrekking, maar geen verrijking
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (13)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (327)
- Arbeidsrecht (233)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (67)
- Erfrecht (38)
- Europees recht (87)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (93)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (60)
- Huurrecht (79)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (201)
- Intellectuele-eigendomsrecht (116)
- Internationaal privaatrecht (81)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (103)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (178)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (210)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (27)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (137)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (861)
- Strafrecht (8)
- Verbintenissenrecht (297)
- Vermogensrecht algemeen (86)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (78)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (120)