Op grond van art. 23 Fw verliest een schuldenaar door faillietverklaring van rechtswege de beschikking en het beheer over zijn vermogen. In faillissement kan de schuldenaar nog wel in rechte optreden, maar een verweerder kan in dat geval op grond van art. 23 en art. 25 lid 1 Fw een beroep doen op de niet-ontvankelijkheid van de schuldenaar. Dat beroep moet voor het einde van het faillissement worden gedaan. Daarna komt verweerder geen beroep meer toe op niet-ontvankelijkheid van de schuldenaar. (meer…)
Wanneer een rechtspersoon na faillietverklaring door insolventie is ontbonden en na vereffening van zijn vermogen in faillissement is opgehouden te bestaan, bestaat gedurende het tijdvak waarin de rechtspersoon is opgehouden te bestaan een grond voor verlenging van de verjaringstermijn als bedoeld in art. 3:320 BW. (meer…)
Door een vordering van een cliënt te laten verjaren, heeft de advocaat in de onderhavige zaak een beroepsfout gemaakt. De cliënt vordert een schadevergoeding als gevolg van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst van opdracht. In cassatie staat de bewijslastverdeling ter discussie. (meer…)
Rechters-plaatsvervangers kunnen, als rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, door het bestuur van het gerecht worden opgeroepen voor de behandeling en beslissing van zaken. De wet stelt geen beperkingen aan het aantal rechters-plaatsvervangers in de bezetting van een meervoudige kamer. (meer…)
Een schuldeiser van een vof kan zijn vordering zowel geldend maken tegen de gezamenlijke vennoten (‘tegen de vof’) als tegen iedere vennoot afzonderlijk. De crediteur heeft daarmee jegens iedere vennoot twee samenlopende vorderingsrechten: één jegens de vof en één jegens de vennoot persoonlijk. Deze samenlopende vorderingsrechten verjaren afzonderlijk. Een aan de vof gerichte en door de vof ontvangen stuitingsverklaring, wordt geacht ook de individuele vennoten te hebben bereikt. In het algemeen zullen de individuele vennoten zo’n stuitingsverklaring óók moeten begrijpen als een stuiting van de samenlopende vorderingen jegens ieder van hen persoonlijk. Dat is alleen in bijzondere omstandigheden anders. (meer…)