Selecteer een pagina

HR 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1757

De aansprakelijkheidsbeperking van art. 7:24 lid 2 BW geldt niet voor schade aan de non-conforme zaak zelf, die wordt veroorzaakt door een gebrek als bedoeld in de regeling productaansprakelijkheid.

Achtergrond van de zaak

Deze zaak gaat niet over de eerste de beste consumentenkoop. In 2012 koopt een consument voor bijna € 1,5 miljoen een motorjacht. Voor die prijs krijgt hij een motorjacht mét airconditioning. Het bedieningspaneel van de airconditioning blijkt echter defect te zijn. Kort na levering ontstaat daardoor brand aan boord van het motorjacht.

In dit geding vordert de verzekeraar – als gesubrogeerde in de vordering van de consument – van de verkoper schadevergoeding op grond van wanprestatie. Het hof wijst de vordering toe. De verkoper stelt cassatieberoep in.

In cassatie spitst de discussie zich toe op de vraag of de consumentkoper de verkoper van de afgeleverde zaak (het motorjacht) kan aanspreken tot vergoeding van de schade die is ontstaan doordat een onderdeel van die zaak (het bedieningspaneel van de airconditioning) gebrekkig is in de zin van de regeling productaansprakelijkheid.

Verschillende regelingen, verschillende schadeposten

In zijn arrest brengt de Hoge Raad eerst het toepassingsbereik van de regeling van de productaansprakelijkheid respectievelijk van de regeling van de consumentenkoop in herinnering. Voor welke schade is de producent van een gebrekkig product respectievelijk de verkoper van een non-conforme zaak aansprakelijk?

Uit art. 9 van Richtlijn 85/374/EEG en art. 6:190 lid 1 BW volgt dat de aansprakelijkheid van de producent van een gebrekkig product bestaat voor de door dat product veroorzaakte schade door dood of lichamelijk letsel (personenschade) en schade aan een andere zaak die, kort gezegd, als een zaak in de privésfeer kan worden aangemerkt (zaakschade in de privésfeer). Deze schadesoorten worden in dit verband ook wel tezamen ‘gevolgschade’ genoemd. Schade aan het gebrekkige product zelf valt buiten de regeling. Voor vergoeding van die schade – ook wel ‘transactieschade’ genoemd – is de benadeelde aangewezen op (andere) in het nationale recht beschikbare rechtsmiddelen, zoals een vordering uit wanprestatie tegen de verkoper van het product. De Richtlijn laat een dergelijke vordering onverlet (rov. 3.2.2-3.2.3).

Geen beperking aansprakelijkheid verkoper

Vervolgens gaat de Hoge Raad in op de strekking van art. 7:24 lid 2 BW. Deze bepaling schrijft voor dat als de tekortkoming bestaat in een gebrek als bedoeld in afdeling 3 van titel 3 van Boek 6 BW, de verkoper in beginsel niet aansprakelijk is. De aansprakelijkheid wordt in dergelijke gevallen dus exclusief naar de producent ‘gekanaliseerd’. De achterliggende gedachte van de wetgever was dat de bescherming van de consumentkoper niet te zeer ten koste mag gaan van de detaillist-verkoper (rov. 3.2.3).

Deze beperking van de aansprakelijkheid van de verkoper is op haar beurt echter beperkt tot schade als bedoeld in de regeling productaansprakelijkheid. Omdat de zojuist besproken ‘transactieschade’ buiten de reikwijdte van deze regeling valt, valt dergelijke schade volgens de Hoge Raad eveneens buiten de reikwijdte van de aansprakelijkheidsbeperking voor de verkoper. Anders gezegd: de aansprakelijkheid voor deze schade wordt niet gekanaliseerd naar de producent, maar rust op grond van art. 7:24 lid 1 BW in beginsel op de verkoper (zie eveneens rov. 3.2.3).

Tegen deze achtergrond verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verkoper op de aansprakelijkheidsbeperking van art. 7:24 lid 2 BW. Uit het voorgaande volgt namelijk dat schade aan de afgeleverde zaak zelf voor rekening blijft van de verkoper, en dat alleen personenschade of zaakschade in de privésfeer aan een andere zaak naar de producent wordt gekanaliseerd (rov. 3.3.1-3.3.2).

Dit alles wordt volgens de Hoge Raad overigens niet anders als moet worden aangenomen dat de producent van het onderdeel jegens de benadeelde aansprakelijk zou zijn voor zaakschade in de privésfeer aan de andere zaak (rov. 3.3.3). Eerder concludeerde ook A-G Drijber dat het vanuit kooprechtelijk perspectief niet doorslaggevend is dat de afgeleverde zaak eventueel zou kunnen worden onderscheiden in verschillende productonderdelen. Volgens de Hoge Raad kan het antwoord op de vraag of de producent van het bedieningspaneel van de airconditioning aansprakelijk is voor de schade aan het motorjacht dan ook in het midden blijven.

Afdoening

De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep. Deze afdoening is in overeenstemming met de conclusie van A-G Drijber.

Cassatieblog.nl

Share This