Alle berichten van: Hidde Volberda


HR 25 augustus 2023 ECLI:NL:HR:2023:1131

Is het mogelijk om uitleg op basis van de Haviltex-maatstaf contractueel uit te sluiten en een andere uitlegmaatstaf van toepassing te verklaren op de overeenkomst? De Hoge Raad heeft die vraag in zijn arrest van 25 augustus 2023 bevestigend beantwoord. In dit vlog bespreekt Hidde het arrest.

Cassatievlog #066 is ook als podcast beschikbaar.

Lees ook het cassatieblog Contractueel afwijken van Haviltex? voor een uitgebreidere bespreking van het arrest.

HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1071

Art. 6:265 lid 1 BW is van aanvullend recht. Het staat partijen in beginsel vrij om daarvan bij overeenkomst af te wijken. Dat hebben partijen in dit geval gedaan met art. 12 van de huurovereenkomst. Of de ontbinding van die overeenkomst doel treft moet daarom aan de hand van dat artikel worden beoordeeld. (meer…)

HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:964

Ook de eerste werkzaamheden van een opvolgend bewindvoerder vallen onder de reikwijdte van het begrip ‘aanvangswerkzaamheden’ zoals bedoeld in art. 3 lid 5, onder a, Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. Bovendien kan een bewindvoerder die wegens pensionering om ontslag verzoekt, aanspraak maken op de beloning voor het opmaken van een eindrekening en verantwoording. (meer…)

HR 16 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:931

Indien een beoogde renovatie of sloop in overwegende mate berust op een stedenbouwkundig, sociaaleconomisch of volkshuisvestelijk doel, kan de verhuurder het gehuurde daarmee dringend nodig hebben voor eigen gebruik. Dit geldt ook als geen structurele wanverhouding bestaat tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten. Als er naast sloop andere alternatieven voorhanden zijn, is voor toewijzing van de vordering tot beëindiging van de huurovereenkomst niet vereist dat de verhuurder aannemelijk maakt de instandhouding van het gehuurde zodanige kosten vergt dat dat redelijkerwijs niet van hem verlangd kan worden. (meer…)

HR 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:804

De vaststelling dat de eiser (van een vordering als bedoeld in art. 7:268 BW) onvoldoende waarborgt biedt voor een behoorlijke nakoming van de huur, vergt inzicht in diens financiële positie. Daarom kan in de regel van de eiser worden verlangd dat hij voldoende concrete gegevens verschaft over zijn inkomen en vermogen om zijn betwisting van de stelling van de verhuurder dat hij onvoldoende waarborg biedt te onderbouwen. (meer…)

Cassatieblog.nl