Alle berichten van: Mette van Asperen


kindHR 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3535

Het in art. 6 lid 1 EVRM voor een ieder, dus ook voor minderjarigen, gewaarborgde recht op toegang tot de rechter brengt mee dat het recht om te worden gehoord effectief dient te kunnen worden uitgeoefend. Noch uit art. 6 lid 1 EVRM, noch uit art. 12 IVRK of enige andere, Nederland bindende internationale regeling, vloeit voort dat van een effectieve uitoefening van bedoeld recht slechts sprake kan zijn indien de minderjarige zonder tussenkomst van een (wettelijk) vertegenwoordiger kennis kan nemen van alle gedingstukken in de procedure waarin hij of zij wordt gehoord. (meer…)

HR 21 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3350 (Liander / KWS)

De vordering uit hoofde van schending van de zorgplicht (art. 6:162 BW) stoelt op verwijten van andere aard dan die welke verband houden met het gebruik van schepen (en daarmee gelijkgestelde voorwerpen). Van samenloop van rechtsvorderingen tegen dezelfde persoon is dus geen sprake. De door de opdrachtgever jegens de (hoofd)aannemer ingestelde rechtsvordering kan dan ook niet worden aangemerkt als een rechtsvordering tot vergoeding van schade, veroorzaakt door een voorval als bedoeld in art. 8:1793 BW, zodat de daarin vervatte verjaringstermijn van twee jaar niet van toepassing is. (meer…)

HR 14 november 2014, ECLI:NL: HR:2014:3240 (Allianz Belgium N.V./X)

Uit art. 3:316 BW volgt dat het instellen van een eis in rechte slechts dan geen stuitende werking heeft, indien zij niet tot toewijzing leidt en het geding door het in kracht van gewijsde gaan van een uitspraak of op andere wijze is geëindigd (zonder dat binnen een termijn van zes maanden een nieuwe eis is ingesteld die tot toewijzing leidt). Het “op andere wijze” eindigen van de procedure wordt niet bewerkstelligd door een enkele doorhaling op de rol. (meer…)

HR 31 oktober 2014,  ECLI:NL:HR:2014:3070

De vraag of de Nederlandse rechter internationale bevoegdheid toekomt om in geval van een buiten de EU wonend Nederlands kind vervangende toestemming te verlenen voor de aanvraag van een Nederlands paspoort ten behoeve van dit kind, dient te worden beantwoord aan de hand van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996. (meer…)

HR 17 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2996,  ECLI:NL:HR:2014:2998, ECLI:NL:HR:2014:2986

Hoe waardevol de toetsing in cassatie in Bopz-zaken is blijkt uit deze drie uitspraken, waarin beslissingen van de rechtbank tot gedwongen opneming in een psychiatrisch ziekenhuis worden vernietigd. Het zijn variaties op vaste rechtspraak van de Hoge Raad, over onderzoek van de initiële vrijheidsbeneming, over hoorplicht en de keuze van een raadsman, en over een persoonlijk onderzoek door een psychiater. Twee uitspraken zijn conform de conclusie van de advocaat-generaal.  (meer…)

Cassatieblog.nl