Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: minderjarige


HR 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2709

Onder omstandigheden kan een afweging van alle betrokken belangen meebrengen dat vervangende toestemming voor verhuizing op de voet van art. 1:253a BW moet of kan worden verleend op een moment waarop voor de periode na de verhuizing nog geen (definitieve) regeling is vastgesteld. (meer…)

HR 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:158

Een minderjarige kan een verzoek om benoeming van een bijzondere curator (art. 1:250 BW) indienen zonder te worden vertegenwoordigd door een wettelijk vertegenwoordiger, maar kan tegen de afwijzing van zo’n informeel verzoek niet zonder de wettelijk verplichte rechtsbijstand van een advocaat een rechtsmiddel aanwenden. (meer…)

kindHR 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3535

Het in art. 6 lid 1 EVRM voor een ieder, dus ook voor minderjarigen, gewaarborgde recht op toegang tot de rechter brengt mee dat het recht om te worden gehoord effectief dient te kunnen worden uitgeoefend. Noch uit art. 6 lid 1 EVRM, noch uit art. 12 IVRK of enige andere, Nederland bindende internationale regeling, vloeit voort dat van een effectieve uitoefening van bedoeld recht slechts sprake kan zijn indien de minderjarige zonder tussenkomst van een (wettelijk) vertegenwoordiger kennis kan nemen van alle gedingstukken in de procedure waarin hij of zij wordt gehoord. (meer…)

HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2632 (X/De Raad voor de Kinderbescherming)

Een voldoende concreet en terzake dienend verzoek tot toepassing van art. 810a lid 2 Rv, dat feiten en omstandigheden bevat die zich lenen voor een onderzoek door een deskundige, zal in beginsel moeten worden toegewezen indien de rechter geen feiten of omstandigheden aanwezig oordeelt op grond waarvan moet worden aangenomen dat toewijzing van het verzoek strijdig is met het belang van het kind. (meer…)

HR 1 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1084

In familiezaken betreffende minderjarigen dient de minderjarige van twaalf jaren of ouder in beginsel in de gelegenheid te worden gesteld zijn mening kenbaar te maken (art. 809 Rv). Dit geldt ook indien het horen van de minderjarige naar het oordeel van de rechter niet tot een andere beslissing zal leiden. (meer…)

Cassatieblog.nl