Selecteer een pagina

Dossier: Personen- en familierecht


HR 2 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8095

Wanneer de alimentatierechter vaststelt dat de eerder bepaalde alimentatie vanwege een wijziging van omstandigheden naar beneden bijgesteld moet worden, bestaat er geen reden voor behoedzaam gebruik van de bevoegdheid om de gewijzigde alimentatie te laten ingaan op een vóór zijn uitspraak gelegen datum, indien de alimentatieplichtige over het verleden nauwelijks aan zijn alimentatieverplichting heeft voldaan en inmiddels een aanzienlijke betalingsachterstand heeft opgelopen, terwijl niet gesteld is dat de alimentatiegerechtigde door wijziging met terugwerkende kracht ingrijpende gevolgen zal ondervinden. (meer…)

HR 18 november 2011, ECLI:NL:HYR:2011:BU4937

De rechterlijke bevoegdheid om het in een schuldsanering vrij te laten bedrag (VTLB) te verhogen (art. 295 lid 3 Fw) is een discretionaire bevoegdheid. Daarmee strookt niet dat rechters-commissarissen stelselmatig en zonder inachtneming van de omstandigheden van het geval het VTLB verhogen indien op de saniet een onderhoudsverplichting jegens minderjarigen rust. Richtlijn ‘4.7.2 Kinderalimentatie’ van het Rapport Alimentatienormen 2010 berust wel op die aanname en is daarom onverenigbaar met art. 295 lid 3 Fw. (meer…)

HR 4 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR5310 en ECLI:NL:HR:2011:BU3271

Bij de vaststelling van (kinder)alimentatie heeft de feitenrechter een grote vrijheid, die bovendien gepaard gaat met (zeer) lage motiveringseisen. Cassatieklachten over die vaststelling zullen daarom doorgaans niet snel slagen. Op 4 november 2011 heeft de Hoge Raad echter twee uitspraken met betrekking tot de vaststelling van kinderalimentatie vernietigd. In het eerste geval achtte de Hoge Raad het onbegrijpelijk dat de door het hof vastgestelde verlaging van de alimentatie met terugwerkende kracht geen ingrijpende gevolgen voor de vrouw zou hebben. In het tweede geval was sprake van een kennelijke rekenfout van het hof bij de vaststelling van de alimentatie. (meer…)

HR 14 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR5151 (X./Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant)

Een ouder die opkomt tegen een machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarig kind (art. 1:261 lid 1 BW) behoudt een rechtens relevant belang om de rechtmatigheid daarvan te laten toetsen. Een machtiging tot uithuisplaatsing bij de met het gezag belaste ouder bij wie de minderjarige niet zijn hoofdverblijf heeft, is niet in strijd met het recht. (meer…)

HR 9 september 2011, LJN ECLI:NL:HR:2011:BQ2306

De Hoge Raad bevestigt de regel dat een tussentijds beroep tegen een tussenvonniscomponent van een uitspraak slechts ontvankelijk is als ook klachten worden gericht tegen de eindvonniscomponent van de uitspraak. Maar hij lijkt ook een nieuwe regel te formuleren voor het geval waarin de eindvonniscomponent en de tussenvonniscomponent betrekking hebben op verschillende procedures. (meer…)

HR 8 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3883 (wsnp), ECLI:NL:HR:2011:BQ3890 (ots), ECLI:NL:HR:2011:BQ2800 (maatschappen)

Geen griffierecht is verschuldigd in hoger beroep en cassatie in een procedure over de toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Hetzelfde geldt voor procedures over de ondertoezichtstelling van minderjarigen of de ontheffing of de ontzetting uit het gezag of voogdij over minderjarigen. Maatschappen moeten het tarief voor rechtspersonen betalen. (meer…)

Cassatieblog.nl