Dossier: Personen- en familierecht


HR 10 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1851

Bij de beoordeling van een verzoek van een (beweerde) verwekker om de wettelijke ouders van een kind te gelasten mee te werken aan een DNA-onderzoek moeten de belangen van alle betrokkenen en de bijzonderheden van het concrete geval in acht worden genomen.  (meer…)

HR 17 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1921

De wet biedt de kantonrechter niet de bevoegdheid om maatregelen te treffen jegens de werknemer van de bewindvoerder of tegen een door de bewindvoerder ingeschakelde derde indien die werknemer of derde niet naar behoren functioneert. (meer…)

HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1169

De ene ouder kan aan art. 7.3.9 lid 1 Jeugdwet niet de bevoegdheid ontlenen om te verzoeken om vernietiging van gegevens uit het dossier over jeugdhulp aan de andere ouder. Slechts de ouder ten aanzien van wie de jeugdhulpverlener een dossier heeft ingericht, kan op grond van dit artikel verzoeken om gegevens uit dat dossier te vernietigen. Dit laat onverlet dat de andere ouder mogelijk wel op grond van de algemene privacywetgeving (thans de AVG) een dergelijke vernietiging kan verlangen.  (meer…)

HR 25 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:1003

Een gecertificeerde instelling kan aan de algemene aanwijzingsbevoegdheid van art. 1:263 BW niet de bevoegdheid ontlenen de ouder op te dragen de inschrijving van de minderjarige bij een bepaalde onderwijsinstelling te ondertekenen. Zij is evenmin bevoegd de kinderrechter op de voet van art. 1:262b BW om vervangende toestemming voor die inschrijving te verzoeken. Voor de inschrijving van een uithuisgeplaatste minderjarige op een onderwijsinstelling moet de gecertificeerde instelling gebruikmaken van de wettelijke regeling van art. 1:265e BW.  (meer…)

HR 25 juni 2021 ECLI:NL:HR:2021:1007

In 2015 heeft de Hoge Raad in twee uitspraken beslist dat een nietige erkenning van een kind (in die gevallen op Curaçao) bekrachtigd kan worden (zie CB 2015-23). In die gevallen bestond de oorzaak van de nietigheid op een zeker moment niet langer  doordat de man die erkend had was gescheiden (en dus geen sprake meer was van een gehuwde man die geen buiten dat huwelijk geboren kind kon erkennen). Bekrachtiging leidt  tot Nederlanderschap met ingang van de datum van erkenning (HR 20 december 2019, besproken in CB 2020-2, rov. 2.9.2). (meer…)

Cassatieblog.nl