Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1468

Verkrijging door bevrijdende verjaring impliceert dat de eigendom niet meer bij akte behoeft te worden geleverd. De akte waarvoor het vonnis van de rechtbank in de plaats treedt is dus niet een akte als bedoeld in art. 3:301 BW, zodat het tweede lid van dit artikel, waarin is bepaald dat een rechtsmiddel op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen acht dagen na het instellen dient te worden ingeschreven in de registers (art. 433 Rv), niet van toepassing is. (meer…)

HR 8 juli 2016 – ECLI:NL:HR:2016:1515 (mr. Bierens / griffier Rechtbank Rotterdam)

Beantwoording prejudiciële vraag. Voor de indiening van een verzoekschrift tot faillietverklaring van zowel een vof als haar vennoten dient slecht éénmaal griffierecht te worden geheven. (meer…)

HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1457

Een op art. 1:164 lid 1 BW (benadeling van de gemeenschap) gebaseerd verzoek in een echtscheidingsgeding kan worden behandeld als een verzoek tot het treffen van een nevenvoorziening in de zin van art. 827 lid 1 sub f Rv, tenzij de behandeling daarvan in het concrete geval tot onnodige vertraging van het geding zal leiden. (meer…)

HR 24 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1311

(1) De omstandigheid dat in cassatie bij vergissing de bewindvoerder niet mede is gedagvaard, leidt in dit geval niet tot niet-ontvankelijkheid. Eiseres mag de bewindvoerder op grond van art. 118 Rv alsnog oproepen. (2) Kantoorbetekening op grond van art. 63 Rv is ook mogelijk bij het oproepen van curatoren en bewindvoerders in de zin van art. 52 Rv. (meer…)

HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1462

Als een verzoekschrift tot cassatie niet is ondertekend door een advocaat, kan dit gebrek binnen veertien dagen worden hersteld. Aan een mededeling van de griffie van de Hoge Raad met een langere hersteltermijn, kan geen vertrouwen worden ontleend. (meer…)

HR 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1389 (Eiser c.s./ARC)

Het vervallen van de aantekening ‘advocaat bij de Hoge Raad’ (art. 9j Advocatenwet) brengt mee dat het geding in cassatie overeenkomstig art. 226 Rv van rechtswege wordt geschorst. Het geding kan worden hervat doordat één van partijen met instemming van de andere partij een akte ter rolle neemt of doordat zij bij exploot verklaart dat het geding wordt hervat (art. 418a jo. 228 Rv). Een en ander is van overeenkomstige toepassing in verzoekschriftprocedures. (meer…)

Cassatieblog.nl