Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:154

Indien de onderhoudsplichtige in het kader van zijn verzoek om nihilstelling van de alimentatie niet voldoet aan de verplichting van art. 21 Rv, staat het de rechter vrij daaraan de gevolgtrekkingen te verbinden die hij geraden acht. Dat op de draagkracht van een onderhoudsplichtige in beginsel alle schulden van de onderhoudsplichtige van invloed zijn, doet hieraan niet af. (meer…)

HR 22 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:100 (Aerdenburgh/Verweerders)

De sanctie van art. 127a lid 2 Rv, die inhoudt dat bij niet-tijdige betaling van het griffierecht door de eiser (of appellant), de gedaagde (of geïntimeerde) van de instantie wordt ontslagen, is uitsluitend gegeven om tijdige betaling af te dwingen. De sanctie strekt niet ter bescherming van de gedaagde/geïntimeerde. Daarom komt hem geen rechtsmiddel toe, ook niet met een beroep op een doorbrekingsgrond. (meer…)

HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:147

De beperking van de risicotoerekening van onrechtmatige daden aan personen met een geestelijke of lichamelijke tekortkoming tot een “als een doen te beschouwen gedraging” (art. 6:165 lid 1 BW), beoogt slechts gevallen van zuiver nalaten buiten het toepassingsbereik van die bepaling te houden. Een “als een doen te beschouwen gedraging” moet ruim worden opgevat en is niet beperkt tot actieve handelingen. (meer…)

HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:155

Het procesreglement bepaalt, in overeenstemming met art. 282 lid 1 jo. 362 Rv, dat iedere belanghebbende “tot de aanvang van de mondelinge behandeling” een verweerschrift kan indienen. Indien de rechter van oordeel is dat het verweerschrift te omvangrijk of niet eenvoudig te doorgronden is, kan hij maatregelen treffen om te waarborgen dat de wederpartij voldoende gelegenheid heeft om dat stuk te bestuderen. ’s Hofs beslissing om geen kennis te nemen van het verweerschrift getuigt van een onjuiste rechtsopvatting. (meer…)

Auto (BR5211)HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:65

De rechter moet in beginsel acht slaan op producties in een vreemde taal, als hijzelf en de wederpartij een vertaling niet nodig hebben voor een goede beoordeling van de inhoud van de producties. Het overleggen van een vertaling van een productie gesteld in de Engelse, Duitse of Franse taal is in beginsel niet nodig. Een vertaling is in beginsel wel noodzakelijk als de productie in een andere vreemde taal is gesteld. Ontbreekt een noodzakelijk of wenselijk geachte vertaling, dan moet de gelegenheid worden geboden alsnog een vertaling in te brengen. (meer…)

HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:49

Een procespartij die in hoger beroep nog niet eerder gehoorde getuigen wenst te laten horen, dient te voldoen aan de algemene eis van specificatie. Door echter te verlangen dat daarbij wordt toegelicht wat deze getuigen over de door de desbetreffende partij te bewijzen aangeboden feiten zouden kunnen verklaren, heeft het hof te hoge eisen gesteld aan de specificatie-eis. (meer…)

Cassatieblog.nl