Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: Rv art. 241


HR 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2360

Vordering tot vergoeding van volledige proceskosten wegens schending van de waarheidsplicht, ingesteld na cassatie en verwijzing. (1) Indien is voldaan aan de voorwaarden voor een uitzondering op de ‘in beginsel strakke regel’, is een eiswijziging of -vermeerdering ook mogelijk in een verwijzingsprocedure na cassatie. Toelating ervan mag echter niet in strijd komen met de eisen van een goede procesorde. (2) Een verweer kan misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen opleveren als het, gelet op de evidente ongegrondheid daarvan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Een hierop gebaseerde vordering tot vergoeding van de werkelijk gemaakte proceskosten is aan de exclusieve en limitatieve regeling van art. 237-240 Rv onttrokken. (meer…)

HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:147

De beperking van de risicotoerekening van onrechtmatige daden aan personen met een geestelijke of lichamelijke tekortkoming tot een “als een doen te beschouwen gedraging” (art. 6:165 lid 1 BW), beoogt slechts gevallen van zuiver nalaten buiten het toepassingsbereik van die bepaling te houden. Een “als een doen te beschouwen gedraging” moet ruim worden opgevat en is niet beperkt tot actieve handelingen. (meer…)

HR 12 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1600 (Eiser/Rabobank)

Behoudens bijzondere omstandigheden, bevatten de artikelen 237-240 Rv een zowel limitatieve als exclusieve regeling ten aanzien van de proceskosten waarin een bij vonnis in het ongelijk gestelde partij kan worden veroordeeld. (meer…)

Cassatieblog.nl