Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3637 (Opdrachtgeefster/Advocatenmaatschap c.s.)

Wanneer een advocatenmaatschap en haar maten in rechte aansprakelijk worden gehouden wegens een tekortkoming in de uitvoering van een opdracht en één van de maten geen hoger beroep instelt tegen deze veroordeling, dan staat de omvang van de verbintenis  van die maat jegens opdrachtgeefster vast. De overige aangesproken partijen (de maatschap en de resterende maten) behouden desalniettemin belang bij het instellen van een rechtsmiddel, teneinde de omvang van hun individuele hoofdelijke verbintenis jegens de opdrachtgeefster  in hoger beroep te betwisten. (meer…)

HR 26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:340 (X / Stichting Trudo)

Nu eiser in hoger beroep een beroep deed op matiging van de contractuele boete en aldus is opgekomen tegen de toewijzing van de gevorderde boete, had het hof – ondanks het ontbreken van een grief tegen het ambtshalve oordeel van de kantonrechter dat het boetebeding niet oneerlijk was in de zin van de Richtlijn oneerlijke bedingen (Richtlijn 93/13/EEG) – ambtshalve het boetebeding (opnieuw) moeten toetsen aan de bepalingen van de Richtlijn. (meer…)

HR 26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:344 (Lidl/Achmea)

De beslissing tot heropening van een voorlopig getuigenverhoor in verband met het horen van getuigen in het buitenland door middel van een rogatoire commissie, wordt bestreken door het appelverbod van art. 188 lid 2 Rv. De omstandigheid dat tegen de toe- of afwijzing van een verzoek tot het gelasten van een rogatoire commissie wel een rechtsmiddel openstaat, doet hieraan niet af. (meer…)

HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:297

De rechter-commissaris (r-c) is gehouden om bij het geven van een beschikking ex artikel 58 Fw het in artikel 19 Rv verankerde beginsel van hoor en wederhoor in acht te nemen. Nu de beschikking van de r-c mede berust op bescheiden en gegevens waarover de partij ten nadele van wie de beschikking is gegeven zich niet heeft kunnen uitlaten, heeft de r-c het bepaalde in artikel 19 Rv geschonden.  (meer…)

HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:270 (eisers / notariskantoor X)

Het hof heeft terecht geoordeeld dat het verzuim van de notaris om eisers te informeren en adviseren over de vereiste instemming van alle appartementseigenaren (art. 5:139 BW) een schending van de zorgplicht oplevert. Nu de nakoming daarvan ertoe strekte eisers te behoeden voor het risico van vertraging in geval een van de appartementseigenaren niet (aanstonds) meewerkt aan de splitsing, valt niet in te zien dat verwezenlijking van dit risico voor eigen rekening van eisers zou komen en op de voet van art. 6:101 BW in mindering zou strekken van de op de notaris rustende schadevergoedingsplicht wegens schending van informatie- en adviesplicht. (meer…)

HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:296

De ontvangst van een bericht op het faxapparaat van een gerecht is voldoende om dit bericht als ontvangen aan te merken in de zin van art. 33 lid 3 Rv. Indien het faxapparaat op de griffie het tijdstip van ontvangst niet registreert, dan kan dit tijdstip ook op andere wijze komen vast te staan, zoals een verzendbevestiging. De enkele constatering dat het bericht niet door het faxapparaat van het gerecht is uitgedraaid kan daarom de niet-ontvankelijkverklaring niet dragen.  (meer…)

Cassatieblog.nl