Een drieluik draagkracht bij alimentatieverplichtingen
HR 8 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:330, ECLI:NL:HR:2023:340 en ECLI:NL:HR:2023:343
De Hoge Raad heeft drie uitspraken gewezen over het vaststellen van de draagkracht van de onderhoudsplichtige voor het bepalen van een van partner- en kinderalimentatieverplichting. Lees meer…
Aansprakelijkheid voor (on)deelbare vorderingen ten tijde van juridische splitsing en de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid bij rentebedingen
HR 15 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:429
Voor de beoordeling of een verbintenis deelbaar of ondeelbaar is als bedoeld in art. 2:334t leden 2 en 3 BW is uitsluitend beslissend de aard van de prestatie waartoe partijen op grond van de verbintenis verplicht dan wel gerechtigd zijn. Een verbintenis kan niet contractueel ondeelbaar worden gemaakt voor de toepassing van art. 2:334t BW.
Of een beroep op een rentebeding in geldleningsovereenkomst ten opzichte van andere deelgenoten bij verdeling van notarieel executiedepot naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, moet worden beoordeeld op grond van de omstandigheden die betrekking hebben op de relatie tussen de entiteit die zich op het rentebeding beroept en de andere deelgenoten. Het gaat daarbij niet om de omstandigheden die zich hebben voorgedaan ten tijde van het sluiten van de geldleningsovereenkomst. Lees meer…
Cassatievlog #093 | Schorsing tenuitvoerlegging arbitrale beslissingen
HR 22 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:464 (Russische Federatie / aandeelhouders Yukos Oil, Hulley Enterprise LTD, Yukos cs)
Dit arrest betreft een executiegeschil tussen de Russische Federatie en drie voormalig aandeelhouders van Yukos Oil. Centrale vraag is of de stand in de vernietigingsprocedure moet leiden tot de schorsing van de tenuitvoerlegging van drie arbitrale beslissingen. De Hoge Raad beantwoordt die vraag ontkennend. Hidde Volberda bespreekt het arrest.
Cassatievlog #093 is ook als podcast beschikbaar
(Bewijsvermoeden) periodiek verrekenbeding ziet ook op schulden
HR 8 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:338
Bij een periodiek verrekenbeding kunnen ook schulden tot het te verrekenen vermogen behoren.
Het bewijsvermoeden van art. 1:141 lid 3 BW voor het niet voldoen aan een periodieke verrekenplicht ziet ook op schulden. Lees meer…
Kwalificeert een wachtdienst als arbeidstijd?
HR 15 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:426
In deze zaak ligt de vraag voor of de wachtdienst van een groep ambulancemedewerkers kwalificeert als arbeidstijd of rusttijd. Die vraag moet worden beantwoord aan de hand van de Arbeidstijdenrichtlijn. De Hoge Raad bespreekt deze Richtlijn en de uitleg die de Europese rechter daaraan geeft. Lees meer…
Misbruik van machtspositie door ongelijke tarieven?
HR 1 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:300
(i) Een dominante onderneming is niet verplicht om aan al haar afnemers dezelfde prijs in rekening te brengen.
(ii) Om vast te kunnen stellen of de prijsdiscriminatie een nadeel bij de mededinging oplevert, moeten alle relevante omstandigheden van het concrete geval worden geanalyseerd.
(iii) De Hoge Raad noemt, onder verwijzing naar rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU, verschillende omstandigheden die de rechter daarbij kan betrekken. Lees meer…
De grenzen van de rechtsstrijd
HR 1 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:299
In dit arrest staat ter discussie of het hof de grenzen van de rechtsstrijd heeft miskend door de toewijzing van een subsidiaire vordering door de rechtbank te bekrachtigen op de grondslag van de primaire vordering. De Hoge Raad beslist dat dit niet het geval is. De Hoge Raad legt het dictum van het hof uit tegen de achtergrond van de overwegingen van het hof. Lees meer…
Peilmoment beoordeling beroep werkgever op uitzondering Xella-norm
HR 15 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:400 (Werknemer / ROC Twente)
Beoordeling van een uitzondering op de Xella-norm vindt plaats naar het moment waarop de werknemer het beëindigingsvoorstel doet. Bij de beoordeling of de werkgever op dat moment een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst dienen ook (voor zover van belang) feiten en omstandigheden te worden betrokken die zich voor of na dat moment hebben voorgedaan. Lees meer…
Cassatievlog #092 | Mag een verhuurder nakoming van zijn verplichting (het verschaffen van huurgenot) opschorten?
HR 15 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:389
Is het mogelijk dat een verhuurder de nakoming van zijn verplichting om huurgenot te verschaffen, opschort? Een huurder kan achteraf de huurachterstand aanzuiveren, maar een verhuurder kan niet achteraf huurgenot verschaffen. Maakt dat uit? En in hoeverre verhoudt opschorting zich tot ontbinding in huurzaken? In het arrest van 15 maart 2024 geeft de Hoge Raad uitleg over de opschortingsmogelijkheden van een verhuurder (buiten gevallen van eigenrichting). Giel Wind bespreekt deze uitspraak.
Cassatievlog #092 is ook als podcast beschikbaar
Klachtplicht niet van toepassing bij overtreding concurrentiebeding
HR 8 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:336
Bij schending van een concurrentiebeding is geen sprake van gebrekkig presteren, maar van niet presteren. Daarop is de klachtplicht van art. 6:89 BW niet van toepassing. Lees meer…