Onderwijsovereenkomst – toerekenbare tekortkoming door toezegging MA-graad voor hbo-opleiding

Onderwijsovereenkomst – toerekenbare tekortkoming door toezegging MA-graad voor hbo-opleiding

HR 24 februari 2017 ECLI:NL:HR:2017:313

De stelplicht en bewijslast van de door verweerders betwiste stelling dat de tekortkoming in de nakoming van de toezeggingen niet toerekenbaar is, rustten op SNR. Nu SNR zich in dit verband beriep op de onduidelijkheid van de wetgeving in en voorafgaande aan september 2004, diende het hof na te gaan of van die onduidelijkheid sprake was, waarbij het in beginsel diende te letten op alle relevante parlementaire stukken. Lees meer…

Internationale bevoegdheid bij vorderingen werkgever jegens bestuurder die tevens directeur in loondienst is

Internationale bevoegdheid bij vorderingen werkgever jegens bestuurder die tevens directeur in loondienst is

HR 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:133

De artikelen 18-21 EEX-Verordening (hierna: “EEX-Vo”) staan eraan in de weg dat toepassing wordt gegeven aan de bevoegdheidsgronden van art. 5, aanhef en onder 1 en 3, EEX-Vo indien een vennootschap een persoon die de functies van directeur en van bestuurder van die vennootschap heeft bekleed, in rechte aanspreekt om de door die persoon in de uitoefening van die functies gemaakte fouten te doen vaststellen en schadevergoeding te verkrijgen. Lees meer…

Italiaanse erfenis valt in Nederlandse huwelijksgoederengemeenschap

Italiaanse erfenis valt in Nederlandse huwelijksgoederengemeenschap

HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:276

Onroerende zaken verkregen krachtens Italiaans erfrecht vallen, ingeval er geen uitsluitingsclausule is gemaakt, op grond van art. 1:94 lid 2 BW in de Nederlandse huwelijksgoederengemeenschap. De enkele omstandigheid dat het op de erfrechtelijke verkrijging toepasselijke buitenlandse recht niet een algehele gemeenschap van goederen als huwelijksvermogensregime kent of tot uitgangspunt neemt, maakt toepassing van deze regel nog niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Lees meer…

Vervangende toestemming verhuizing zonder definitieve vaststelling ouderschapsregeling

Vervangende toestemming verhuizing zonder definitieve vaststelling ouderschapsregeling

HR 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2709

Onder omstandigheden kan een afweging van alle betrokken belangen meebrengen dat vervangende toestemming voor verhuizing op de voet van art. 1:253a BW moet of kan worden verleend op een moment waarop voor de periode na de verhuizing nog geen (definitieve) regeling is vastgesteld. Lees meer…

Schadeberekening in geval van ’total loss’ verklaarde auto

Schadeberekening in geval van ’total loss’ verklaarde auto

HR 10 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:208 (Verzoeker/New India)

Wanneer een zaak geheel verloren gaat doordat herstel niet mogelijk is of economisch onverantwoord, lijdt de benadeelde een verlies gelijk aan de waarde van de zaak. Ingeval een auto total loss wordt verklaard, kan dan ook aanspraak worden gemaakt op een vergoeding van de marktwaarde van de auto ten tijde van het verlies. Hiermee wordt recht gedaan aan het uitgangspunt dat de benadeelde zoveel mogelijk in de positie moet worden gebracht waarin hij zonder schadeveroorzakende gebeurtenis zou hebben verkeerd.   Lees meer…

Appel vervalt niet bij te late betaling van nageheven griffierecht (Caribisch recht)

Appel vervalt niet bij te late betaling van nageheven griffierecht (Caribisch recht)

HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:269, 272, 280 en 284

1. Art. 270 lid 5 Rv (van Aruba, Sint Maarten, Curaçao of de BES-eilanden) kan niet worden aangemerkt als een wettelijke grondslag die op voldoende voorzienbare wijze de sanctie van verval van het hoger beroep verbindt aan niet-tijdige betaling van nageheven griffierecht.
2. Als het hof, ondanks de niet-tijdige betaling van het griffierecht en het daaruit voortvloeiende verval van het hoger beroep, toch gelegenheid aan de desbetreffende procespartij heeft gegeven voor een verdere inhoudelijke proceshandeling, zoals het indienen van een processtuk of het houden van een pleidooi, mag die procespartij in beginsel erop vertrouwen dat het hoger beroep aanhangig is en dat de door het hof toegelaten proceshandeling niet nodeloos zal blijken te zijn. Lees meer…

Overzicht recente prejudiciële vragen

Overzicht recente prejudiciële vragen

Het overzicht van lopende zaken vermeldt vijf nieuwe civiele zaken (afgezien van 2 fiscaal-rechtelijke zaken) waarin op grond van art. 392 Rv prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld.  De vragen zien op (1) is artikel 6 Bijzondere voorwaarden een  beding dat op grond van Richtlijn 93/13 als oneerlijk moet worden beschouwd, (2) de invoering van de Jeugdwet en de WMO 2015, (3) kan art. 2:18 BW over omzetting van rechtspersonen overeenkomstig worden toegepast ten aanzien van kerkgenootschappen, (4) erkenning van bigamie en (5) tijdstip aanvang van de tien-jaar-termijn: het materiele einde of het formele einde van de schuldsanering. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl