Selecteer een pagina
Ontvankelijkheid verzoek benoeming deskundige ex art. 7:304 lid 2 BW

Ontvankelijkheid verzoek benoeming deskundige ex art. 7:304 lid 2 BW

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:856

Art. 7:304 lid 2 BW moet aldus worden verstaan dat voor ontvankelijkheid van verzoeker is vereist dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over de benoeming van een deskundige. Aan de inhoud van het terzake door partijen te voeren overleg zijn geen hoge eisen te stellen. Voldoende en ook noodzakelijk is dat serieus en zonder onnodige vertraging op een uitnodiging tot overleg of op voorstellen van de andere partij wordt ingegaan, zowel wat betreft de huurprijswijziging als wat betreft de eventuele benoeming van een deskundige. Worden partijen het daarover niet binnen redelijke tijd eens, of blijft een serieuze reactie (onnodig lang) uit, dan kan geconcludeerd worden dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt als bedoeld in art. 7:304 lid 2 BW. Lees meer…

Billijkheidscorrectie ten onrechte niet toegepast op risicoaansprakelijkheid ouders voor watersportongeval

Billijkheidscorrectie ten onrechte niet toegepast op risicoaansprakelijkheid ouders voor watersportongeval

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3751

Het hof heeft miskend dat de omstandigheden waaronder het watersportongeval (waarvoor de ouders van de bestuurder ingevolge art. 6:169 BW(NA) aansprakelijk zijn) plaatsvond, kunnen meebrengen dat de billijkheid een andere verdeling van de schade vereist. Lees meer…

Terughoudende onrechtmatigheidstoetsing bij ontvangst van betalingen op g-rekening door onderaannemer

Terughoudende onrechtmatigheidstoetsing bij ontvangst van betalingen op g-rekening door onderaannemer

HR 27 september 2013, ECLI:NL:HR2013:CA1736 (Eiseres/UWV)

Een onderaannemer behoorde zich te onthouden van gedragingen die inbreuk maken op het pandrecht van de bedrijfsverenigingop de g-rekening van de hoofdaannemer (art. 16b Coördinatiewet Sociale Verzekeringen (oud)). Gelet op het ontbreken van nadere regels over de mate waarin betalingen tussen hoofdaannemer en onderaannemers via de g-rekening konden lopen, was de onderaannemer slechts tot weigering of terugstorting gehouden als voor hem redelijkerwijs geen twijfel mogelijk was dat door die betalingen inbreuk werd gemaakt op dit pandrecht. Lees meer…

Gelijkwaardig ouderschap en vervangende toestemming verhuizing met minderjarige(n)

Gelijkwaardig ouderschap en vervangende toestemming verhuizing met minderjarige(n)

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:2013:847

(1) Het in art. 1:247 BW neergelegde uitgangspunt van gelijkwaardigheid van de beide ouders en de wenselijkheid van een in beginsel gelijke verdeling van zorg- en opvoedingstaken verzet zich niet tegen een door de rechter, op de voet van art. 1:253a BW, in het belang van de minderjarige te geven vervangende toestemming voor een verhuizing van de minderjarige naar het buitenland met de ouder bij wie de minderjarige zijn hoofdverblijfplaats heeft.
(2) Voor verbetering van een kennelijke fout op de voet van art. 31 Rv is vereist dat voor partijen en derden direct duidelijk is dat van een vergissing sprake is. Lees meer…

Gebruik van gegevens vergelijkbaar project bij residuele waarderingsmethode onteigening

Gebruik van gegevens vergelijkbaar project bij residuele waarderingsmethode onteigening

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:843; ECLI:NL:HR:2013:846 en ECLI:NL:HR:2013:849 (Staat/Onteigenden)

Bij toepassing van de residuele methode ter bepaling van de schadeloosstelling voor gewonnen bodembestanddelen in het kader van een onteigening kan worden aangesloten bij exploitatiebegroting van andere, met het werk vergelijkbare projecten indien een exploitatiebegroting voor het werk waarvoor wordt onteigend ontbreekt. Lees meer…

Proceskostenveroordeling provisionele eis in IE-zaak betreft slechts de extra kosten

Proceskostenveroordeling provisionele eis in IE-zaak betreft slechts de extra kosten

HR 27 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA1733

1. Als een provisionele eis in een IE-zaak dezelfde strekking heeft als de vordering in de hoofdzaak, moet de rechter bij de bepaling van de proceskosten gemaakt voor het verweer tegen de provisionele eis, onderzoeken welke extra kosten met dat verweer gemoeid zijn geweest, bovenop de kosten die toch al gemaakt moesten worden voor de hoofdzaak.
2. Wanneer sprake is van samenhangende vorderingen in conventie en in reconventie en de kosten door partijen niet zijn uitgesplitst (wat vaak ook niet mogelijk is) staat het de rechter vrij te bepalen welk gedeelte van de telkens opgevoerde kosten aan de conventie, respectievelijk de reconventie moet worden toegerekend. Lees meer…

Huwelijkse voorwaarden en beperkende werking van redelijkheid en billijkheid

Huwelijkse voorwaarden en beperkende werking van redelijkheid en billijkheid

HR 27 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3739

Verhouding tussen de uitleg van een verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden en toepassing van beperkende werking van redelijkheid en billijkheid. Oordeel hof, dat beperkende werking van redelijkheid en billijkheid leidt tot verrekenplicht van de man op grond van artikel 1:141 lid 4 BW, in casu onvoldoende gemotiveerd. Hof heeft met aanname verrekenplicht ten laste van de man bovendien de grenzen van de rechtsstrijd in appel miskend. Lees meer…

Overgangsrecht bij stuiting verjaring bevoegdheid tenuitvoerlegging vonnis

Overgangsrecht bij stuiting verjaring bevoegdheid tenuitvoerlegging vonnis

HR 27 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3740 (X/IDM Finance B.V.)

Als een rechtsvordering is gestuit vóór 1 januari 1992 door een naar oud recht geldende stuitingshandeling, dan brengt het overgangsrecht mee dat na die datum de lengte van de nieuwe termijn die aanvangt als gevolg van die stuiting, door het huidige BW wordt bepaald. Lees meer…

Bedrijfsschade van zonen onteigende op grond van redelijkheid vergoed

Bedrijfsschade van zonen onteigende op grond van redelijkheid vergoed

HR 27 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA1731 (Onteigenden/Gemeente Lansingerland)

Een door de Onteigeningswet (Ow) verlangde volledige vergoeding van de schade die het rechtstreeks en noodzakelijk gevolg is van de eigendomsontneming, omvat naar redelijkheid tevens vergoeding van de bedrijfsschade van de zonen van de onteigende, die geen economisch eigenaar zijn van het onteigende, maar wel een tuinbouwbedrijf op het onteigende hebben. Het afbouwen van een woning in het zicht van de onteigening is een normale verandering (art. 39 Ow). Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl