Selecteer een pagina
Akte niet-dienen na onttrekking of wisseling van advocaat

Akte niet-dienen na onttrekking of wisseling van advocaat

HR 15 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1259 en ECLI:NL:HR:2013:1245

1. In geval van onttrekking door een advocaat wordt de zaak in de stand waarin zij zich bevindt (dus inclusief een aanzegging partijperemptoir/akte niet-dienen) verwezen naar de roldatum gelegen op een termijn van twee weken later voor het stellen van een nieuwe advocaat.
2. In het geval van een advocaatwissel (“herroeping”) moet de rechter, als de opvolgend advocaat uitstel vraagt op de grond dat hij na overname van de behandeling van de zaak nog onvoldoende gelegenheid heeft gehad om de proceshandeling voor te bereiden waarvoor de zaak op de rol staat, op de voet van de algemene regels voor uitstel in beginsel een uitstel van twee weken verlenen. Lees meer…

Medezeggenschap en politiek primaat

Medezeggenschap en politiek primaat

HR 8 november 2012, ECLI:NL:HR:2013:1139 (Gemeente Amsterdam/Ondernemingsraad van de Gemeente Amsterdam)

Een besluit dat rechtstreeks betrekking heeft op het inrichten en vaststellen van de begroting en op de daarmee samenhangende terbeschikkingstelling van krediet is onmiskenbaar van dien aard dat het een politieke afweging vergt van de daaraan verbonden voor- en nadelen. Reeds daarom is sprake van een besluit als bedoeld in art. 46d, aanhef en onder b, WOR, dat van medezeggenschap ingevolge de WOR is uitgesloten. Lees meer…

Hof van Justitie EU: rechtsbijstandverzekeraar moet verzekerde in iedere procedure vrije advocaatkeuze bieden

Hof van Justitie EU: rechtsbijstandverzekeraar moet verzekerde in iedere procedure vrije advocaatkeuze bieden

HvJ EU 7 november 2013, C-442/12 (X/DAS Rechtsbijstand)

Een rechtsbijstandverzekeraar die in zijn verzekeringsovereenkomsten regelt dat rechtsbijstand in beginsel wordt verleend door zijn werknemers, mag niet tevens bedingen dat de kosten van rechtsbijstand van een door de verzekerde vrij gekozen advocaat of rechtsbijstandverlener slechts vergoed worden indien de verzekeraar van mening is dat de behandeling van de zaak aan een externe rechtshulpverlener moet worden uitbesteed. Dat geldt ook indien rechtsbijstand voor de desbetreffende procedure naar nationaal recht niet verplicht is. Lees meer…

Vaststelling gemeenschappelijke en privégedeelten van in appartementen gesplitst gebouw

Vaststelling gemeenschappelijke en privégedeelten van in appartementen gesplitst gebouw

HR 1 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1078 (Eiser / VvE De Prinsenwerf)

Voor de vaststelling van hetgeen tot de privégedeelten respectievelijk tot de gemeenschappelijke gedeelten van een in appartementsrechten gesplitst gebouw behoort, mag slechts acht worden geslagen op de gegevens die voor derden uit of aan de hand van de in de openbare registers ingeschreven splitsingsstukken kenbaar zijn. Indien de ingeschreven splitsingsstukken voor verschillende uitleg vatbaar zijn, dient de rechter vast te stellen welke uitleg van deze stukken naar objectieve maatstaven het meest aannemelijk is.  Lees meer…

Exclusief afnamebeding als doelbeperking in de zin van art. 6 lid 1 Mededingingswet

Exclusief afnamebeding als doelbeperking in de zin van art. 6 lid 1 Mededingingswet

HR 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3745

(1) Een exclusief afnamebeding kan als doelbeperking in de zin van art. 6 lid 1 Mededingingswet worden beschouwd als daaraan geen door de leverancier verstrekte financiële of economische voordelen voor de afnemer zijn verbonden. Onder die omstandigheden is een dergelijk beding niet op een lijn te stellen met de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU waarin ten aanzien van exclusieve afnamebedingen werd geoordeeld dat zij niet tot doel hebben de mededinging merkbaar te beperken (en daarom niet van rechtswege nietig zijn). (2) Art. 6:260 lid 5 BW dient de rechtszekerheid voor derden. Gelet op die ratio is een verklaring voor recht dat een beding in een in de openbare registers ingeschreven overeenkomst nietig is een rechtsfeit dat op de voet van deze bepaling in de openbare registers kan worden ingeschreven. Lees meer…

Bestuurdersaansprakelijkheid: onbelangrijk verzuim ziet op taakvervulling door geheel bestuur

Bestuurdersaansprakelijkheid: onbelangrijk verzuim ziet op taakvervulling door geheel bestuur

HR 1 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1079

De bepaling van art. 2:248 lid 2 BW dat een onbelangrijk verzuim niet in aanmerking wordt genomen bij de beoordeling van bestuurdersaansprakelijkheid, heeft betrekking op de vraag of sprake is geweest van een onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur, en niet op het aandeel in die onbehoorlijke taakvervulling van de individuele bestuurder. De individuele bestuurder kan zich, ingevolge artikel 2:248 lid 3 BW, in het geval van art. 2:248 lid 2 BW disculperen door aan te tonen dat hem ter zake van de te late publicatie geen verwijt treft. Lees meer…

Voor opdrachtgeversauteursrecht op een model hoeft niet aan de eisen voor modellenbescherming worden voldaan

Voor opdrachtgeversauteursrecht op een model hoeft niet aan de eisen voor modellenbescherming worden voldaan

Hoge Raad 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:1036 (S&S/Esschert)

(1) De vrijheid die de Europese regelgever aan de nationale rechtsstelsels heeft willen overlaten om te bepalen of en, zo ja, in hoeverre een model auteursrechtelijk wordt beschermd, is beperkt door rechtspraak van het HvJEU waarin het auteursrechtelijk werkbegrip is geharmoniseerd. (2) Voor het ontstaan van opdrachtgeversauteursrecht op een model hoeft het model naar Benelux-recht niet te voldoen aan de vereisten voor bescherming van een model (nieuwheid en eigen karakter), maar is voldoende dat het te beschermen werk als model wordt beschouwd (het uiterlijk van een voortbrengsel of een deel ervan vormt). Lees meer…

Procederen op naam van een niet-bestaande BV en vergoeding van proceskosten

Procederen op naam van een niet-bestaande BV en vergoeding van proceskosten

HR 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:1037 (A/Gemeente De Ronde Venen)

Eiser heeft een eerdere procedure tegen de gemeente aanhangig gemaakt op naam van een niet-bestaande BV.  Nadat de BV in de procedure duidelijk heeft gemaakt dat sprake was van een vergissing en dat bedoeld was een andere partij als eiser te laten optreden, heeft de gemeente bezwaar gemaakt tegen rectificatie van de partijaanduiding. Onder deze omstandigheden biedt art. 4 lid 1 Hnw in verbinding met art. 6:162 BW geen grondslag voor de reconventionele vordering van de Gemeente in de onderhavige procedure tot vergoeding van de proceskosten van de eerste procedure. Lees meer…

Belastingplichtige kan niet via civiel kort geding inzage afdwingen in stukken over tipgever ten behoeve van diens verweer in fiscale procedure

Belastingplichtige kan niet via civiel kort geding inzage afdwingen in stukken over tipgever ten behoeve van diens verweer in fiscale procedure

HR 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:1042 (X c.s./Staat)

(1) Een vordering in kort geding van belastingplichtigen tot overlegging van ongeschoonde stukken door de Belastingdienst, in het bijzonder wat betreft de identiteit van een tipgever en wat betreft de met deze tipgever gesloten overeenkomst, heeft enerzijds een strekking die verder gaat dan wordt gerechtvaardigd door het belang naar behoren verweer te kunnen voeren in de fiscale procedure, terwijl anderzijds die fiscale procedure met voldoende waarborgen is omkleed. De Belastingdienst is daarom niet gehouden op grond van het equality of arms-beginsel de ongeschoonde stukken over te leggen.
(2) De Belastingdienst is gerechtigd om naast ex art. 52a AWR vastgestelde informatiebeschikkingen een kort-gedingprocedure bij de civiele rechter aanhangig te maken strekkende tot naleving van de informatieverplichtingen van de AWR, op straffe van een dwangsom. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl