

Heeft tussenpersoon Spaar Select geadviseerd over effectenleaseproduct?
HR 9 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:885
Van niet-toegestane advisering door een tussenpersoon is sprake als de tussenpersoon, zonder vergunning, in het kader van zijn beroep of bedrijf aan een afnemer een gepersonaliseerde aanbeveling tot het aangaan van een specifiek financieel product heeft gedaan. Hiervoor is vereist, maar ook voldoende, dat een effectenleaseproduct is voorgesteld als geschikt voor deze afnemer of berust op een afweging van de persoonlijke omstandigheden van de afnemer. Voor de beoordeling of daarvan sprake is, is relevant of de tussenpersoon al dan niet (i) heeft geïnformeerd naar de financiële omstandigheden en financiële doelen van de afnemer, (ii) ook andere mogelijke effectenleaseproducten heeft genoemd en besproken dan het uiteindelijk afgenomen product, (iii) naast of in samenhang met het afgenomen effectenleaseproduct een ander financieel product heeft geadviseerd. Maar ook als deze omstandigheden niet worden vastgesteld, kan het zo zijn dat de tussenpersoon een gepersonaliseerde aanbeveling heeft gedaan, namelijk een aanbeveling die is voorgesteld als geschikt voor de betrokken afnemer. Lees meer…

Waarmee kan rekening worden gehouden bij het bepalen van de verwachtingswaarde?
HR 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:777
Op grond van art. 40c Ow wordt bij de bepaling van de schadeloosstelling geen rekening gehouden met (onder meer) de voor- en nadelen die worden veroorzaakt door het plan voor het werk. De Hoge Raad heeft al eerder bepaald dat dit ook geldt voor plannen waarin op concrete plannen voor het werk waarvoor wordt onteigend wordt voortgebouwd. De Hoge Raad werkt in dit arrest uit wanneer sprake is van een voldoende concreet plan. Lees meer…

Wie onder curatele staat, heeft toestemming van de curator nodig voor het voeren van een pensioenverweer
HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:949
Wie onder curatele staat, kan alleen een pensioenverweer voeren in een echtscheidingsprocedure tegen de andere echtgenoot, als hij daarvoor toestemming heeft van de curator. Lees meer…

Toepassing van art. 8 lid 1 Rome I vereist vergelijking van beschermingsniveau
HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:969
Juiste toepassing van art. 8 Rome I vereist dat de rechter het beschermingsniveau van dwingendrechtelijke regels van het objectief toepasselijke recht vergelijkt met dat van het gekozen recht en vervolgens die regels van het objectief toepasselijke recht toepast, indien het beschermingsniveau waarin die regels voorziet hoger ligt. Lees meer…

Hoe ver reikt de eerbiedigingsplicht van de veilingkoper jegens timesharenemers?
HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1057
Slagende rechts- en motiveringsklachten tegen oordeel van het hof dat veilingkoper gehouden is om uit timeshare-overeenkomsten voortvloeiende gebruiksrechten te eerbiedigen en in dat verband uitgesproken gebod. Tevens ten onrechte geen rekening gehouden met feiten en omstandigheden van ná eerdere vernietiging door de Hoge Raad. Lees meer…

Geïntimeerden niet onredelijk in hun belangen geschaad door enkele te late ontvangst appeldagvaarding
HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1073
Het enkele feit dat geïntimeerden door een gebrek in het herstelexploot pas ruim twee weken na het einde van de appeltermijn kennis hebben genomen van het ingestelde hoger beroep, betekent als zodanig niet dat zij door dit gebrek onredelijk in hun belangen zijn geschaad. Lees meer…

Geen onderscheid in beloning wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen
HR 9 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:816
(i) Bij de beoordeling of sprake is van vakantie in de zin van art. 7:634 BW komt het erop aan of de vrijetijdsaanspraak op het moment van de toekenning bedoeld is voor rust en ontspanning.
(ii) De wet staat niet toe dat voor bovenwettelijke vakantie een minder ruim loonbegrip wordt overeengekomen dan geldt voor wettelijke vakantie. Lees meer…

Wiens opzegtermijn bepaalt de vergoeding ex art. 7:677 lid 2 en 3 BW?
HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1058
Voor de hoogte van de in art. 7:677 lid 2 en 3 BW genoemde vergoeding is beslissend de opzegtermijn voor de partij die de dringende reden voor ontslag op staande voet geeft. Lees meer…

Wvggz; overmatig watergebruik en afsluiting; welk kader voor een klacht?
HR 7 juli 2023 ECLI:NL:HR:2023:1047
Art. 10:3 Wvggz bevat een limitatieve opsomming van de gronden waarop in het kader van de klachtprocedure zoals geregeld in hoofdstuk 10 van de Wvggz kan worden geklaagd. Indien de klacht geen betrekking heeft op de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van een of meer van de in art. 10:3 Wvggz genoemde bepalingen, kan de betrokkene geen gebruik maken van die klachtprocedure. In dat geval staat de betrokkene alleen de klachtprocedure van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) ter beschikking. Lees meer…

Onzorgvuldig onderzoek, dringende reden en mededelingseis
HR 30 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:1008
(i) Een ‘ondeugdelijk onderzoek’ is op zichzelf geen reden waarom een aangevoerde ontslagreden geen dringende reden zou (kunnen) zijn.
(ii) De mededelingseis strekt ertoe dat voor de werknemer onmiddellijk duidelijk is waarom hij wordt ontslagen. Bij de beoordeling of aan deze eis is voldaan, kan ook worden gekeken naar correspondentie voorafgaand aan het ontslag. Lees meer…