Zoekresultaten voor: nederlanderschap
HR 19 januari 2018 ECLI:NL:HR:2018:59
De erkenning van verzoeker door een Nederlandse gehuwde man heeft noch ten tijde van die erkenning, noch op enig tijdstip nadien tot gevolg gehad dat verzoeker ingevolge de Rijkswet op het Nederlanderschap (art. 4, oud en huidig) het Nederlanderschap heeft verkregen. (meer…)
HR 19 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:942
Indien een kind is geboren uit een ten tijde van zijn geboorte polygaam huwelijk waaraan naderhand het polygame karakter is ontvallen, staat het stelsel van de Rijkswet op het Nederlanderschap eraan in de weg dat het kind ingevolge art. 3 lid 1 van de Rijkswet uitsluitend op grond van zijn afstamming op enig tijdstip van rechtswege het Nederlanderschap verkrijgt. (meer…)
Geplaatst in
Personen- en familierecht,
Prejudiciële vragen Hoge Raad | Getagged ,
afstamming,
BW art. 10:100,
BW art. 10:101,
BW art. 10:32,
BW art. 10:33,
BW art. 10:4,
BW art. 10:9,
IVRK art. 3,
Nederlanderschap,
Rijkswet Nederlanderschap art. 2 lid 1,
Rijkswet Nederlanderschap art. 3 lid 1,
Rijkswet Nederlanderschap art. 4,
verkrijging Nederlanderschap
HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:756
Het begrip ‘kinderen die feitelijk behoren tot het gezin’ in art. 47 lid 1 Vreemdelingenbesluit (oud) ziet ook op de situatie dat een kind inwoont of intrekt bij zijn grootouder(s), en uit de feiten en omstandigheden volgt dat het kind en zijn grootouder(s) samen daadwerkelijk een gezin vormen. (meer…)
HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:570
Als in dit geval voor de toepassing van art. 14 EVRM sprake is van enig onderscheid tussen een minderjarige die ingevolge art. 4 lid 4 Rijkswet op het Nederlanderschap het Nederlanderschap niet van rechtswege heeft verkregen, en anderen, dan bestaat voor dat onderscheid een objectieve rechtvaardiging. (meer…)
HR 26 juni 2015 ECLI:NL:HR:2015:1749
De in art. 15 lid 2, aanhef en onder a en b, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (Rijkswet) omschreven bescherming tegen het verlies van het Nederlanderschap komt ook toe aan een meerderjarige Nederlander die vrijwillig de nationaliteit van een nieuwe soevereine staat verkrijgt en op het grondgebied van die staat is geboren voordat het een zelfstandige en soevereine staat werd, en ten tijde van zijn naturalisatie zijn hoofdverblijf in die nieuwe soevereine staat heeft. (meer…)