Selecteer een pagina

HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:756

Het begrip ‘kinderen die feitelijk behoren tot het gezin’ in art. 47 lid 1 Vreemdelingenbesluit (oud) ziet ook op de situatie dat een kind inwoont of intrekt bij zijn grootouder(s), en uit de feiten en omstandigheden volgt dat het kind en zijn grootouder(s) samen daadwerkelijk een gezin vormen.

Het gaat in deze zaak tot vaststelling van Nederlanderschap op de voet van art. 17 RWN om de vraag of verweerster in cassatie op grond van art. 11 lid 1 RWN (oud) heeft gedeeld in het naturalisatiebesluit van haar moeder.

Relevante feiten

De vrouw is in 1990 in Turkije geboren, de grootvader heeft geboorteaangifte gedaan en daarbij vermeld dat hij en zijn echtgenote de ouders zijn van de vrouw. De moeder van de vrouw woont sinds 1990 in Nederland. Op verzoek van de beide ouders  heeft de Turkse rechter geoordeeld dat niet de grootouders maar de werkelijke ouders de  ouders zijn van de vrouw. Aan de grootouders is in 1995 het Nederlanderschap verleend. De moeder heeft op 13 maart 1996 door naturalisatie het Nederlanderschap verkregen. De vraag is of de vrouw door de naturalisatie van haar werkelijke moeder ook het Nederlanderschap heeft verkregen.

In deze procedure heeft de vrouw gesteld dat zij en haar moeder in 1990 zijn toegelaten in Nederland op basis van gezinshereniging met de grootvader. Zij is in 1991 door haar grootmoeder in Turkije is opgehaald en met haar naar Nederland vertrokken waar zij vervolgens 20 jaar  heeft gewoond.

 Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt allereerst dat het begrip ‘kinderen … die feitelijk behoren tot het gezin’ in art. 47 lid 1 Vb (oud) ook ziet op de situatie dat een kind inwoont of intrekt bij zijn grootouder(s), en uit de feiten en omstandigheden volgt dat het kind en zijn grootouder(s) samen daadwerkelijk een gezin vormen.

Vervolgens vernietigt de Hoge Raad de beschikking van de rechtbank en verwijst hij de zaak naar de rechtbank terug omdat het oordeel van de rechtbank dat de vrouw in de relevante periode feitelijk behoorde tot het gezin van haar grootouders onvoldoende was gemotiveerd. Dat feitelijke behoren tot het gezin zal na verwijzing dienen te worden onderzocht.

Cassatieblog.nl

Share This