

Overname-overeenkomst en goodwill, non-conformiteit en dwaling
HR 8 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ5068
Kan het leerstuk van non-conformiteit bij koop betrekking hebben op de bij een overname-overeenkomst bedongen goodwill? En: in welke mate wordt de mogelijkheid om wijziging van een overeenkomst te verlangen wegens dwaling beïnvloed door de verjaringsregel terzake van de rechtsvordering tot vernietiging op die grond? Lees meer…

Wie reed door rood? – Hoge Raad bevestigt bewijslastverdeling bij verkeersaansprakelijkheid
HR 8 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP6996
Als geen van beide partijen bewijs kan leveren dat de ander door rood is gereden, moet bij de vaststelling van de aansprakelijkheid worden uitgegaan van de veronderstelling dat de aansprakelijk gestelde automobilist door groen is gereden. De Hoge Raad herhaalt de omstandighedencatalogus aan de hand waarvan vervolgens moet worden beoordeeld of de aansprakelijk gestelde automobilist zodanig gevaarzettend heeft gehandeld dat hij inderdaad aansprakelijk is. Bij de beoordeling van eventuele eigen schuld van de eisende partij moet vice versa dezelfde exercitie worden verricht. Lees meer…

Geen griffierecht bij Wsnp- en ots-beroepen; hoog griffierecht voor maatschappen
HR 8 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3883 (wsnp), ECLI:NL:HR:2011:BQ3890 (ots), ECLI:NL:HR:2011:BQ2800 (maatschappen)
Geen griffierecht is verschuldigd in hoger beroep en cassatie in een procedure over de toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Hetzelfde geldt voor procedures over de ondertoezichtstelling van minderjarigen of de ontheffing of de ontzetting uit het gezag of voogdij over minderjarigen. Maatschappen moeten het tarief voor rechtspersonen betalen. Lees meer…

De verbintenis tot een niet-doen is geen hoofdelijke verbintenis (art. 6:6 BW)
HR 8 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0593
Als twee schuldenaren zich beide hebben verbonden tot een niet-doen, dan is geen sprake van hoofdelijke verbondenheid in de zin van art. 6:6 BW. De nakoming door één schuldenaar bevrijdt immers de andere schuldenaar niet; deze blijft gehouden tot een niet-doen. Lees meer…

Vordering uit wanprestatie bevoegdhedenovereenkomst niet gehinderd door formele rechtskracht bestemmingsplan
HR 8 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP3057
De formele rechtskracht van een bestemmingsplan staat niet in de weg aan het oordeel dat het besluit niet beantwoordt aan wat de burger daarvan op grond van zijn overeenkomst met de overheid mocht verwachten. Dat het besluit voor rechtmatig moet worden gehouden, betekent namelijk niet per sé dat de overheid zijn verplichtingen uit de overeenkomst is nagekomen. Lees meer…

Voor aanvang verjaring is niet vereist dat de precieze omvang van de schade vaststaat
HR 24 juni 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2312
Voor het bekend zijn van de schade – en dus het gaan lopen van de verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW – is niet vereist dat de precieze omvang van de schade vaststaat. Voldoende is dat de mogelijkheid van schade is komen vast te staan. Lees meer…

Geen schending beginsel van hoor en wederhoor in onteigeningszaak
HR 24 juni 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ1689
In deze onteigeningszaak is het beginsel van hoor en wederhoor niet geschonden, ondanks het feit dat pas in een laat stadium van de procedure aan de onteigende inzage kon worden verstrekt in de gemeentelijke exploitatieberekening die van belang was bij de bepaling van de schadeloosstelling. Lees meer…

Opnieuw stelplicht en bewijslast bij werkgeversaansprakelijkheid (art. 7:658 BW)
HR 24 juni 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP9897
Ook in gevallen waarin het gaat om veiligheidsvoorzieningen die de werknemer zelf moet toepassen, kan de werkgever aan aansprakelijkheid op de voet van art. 7:658 BW ontkomen door aan te tonen dat hij de veiligheidsmaatregelen heeft genomen en de veiligheidsinstructies heeft gegeven die van hem gevergd konden worden. Lees meer…

Toepasselijk recht op de verdeling van de huwelijksgemeenschap
Hoge Raad 24 juni 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ1696
In deze internationaal getinte echtscheidingszaak heeft het hof het Nederlandse recht van toepassing verklaard op de verdeling van de huwelijksgemeenschap. In cassatie staat het familierechtelijke conflictenrecht centraal. De klachten stranden echter op het gegeven dat de man zich baseert op feiten en rechtsgevolgen die hij in de voorgaande instanties niet had aangevoerd. Lees meer…

Instellen cassatieberoep tegen arresten in drie zaken bij één cassatiedagvaarding in strijd met goede procesorde
HR 24 juni 2011, LJN BQ3010
Het instellen van cassatieberoep bij één cassatiedagvaarding tegen arresten die het hof heeft gewezen in drie afzonderlijke zaken, is in dit geval in strijd met de goede procesorde. Lees meer…