Verjaringstermijn voor een individuele vordering tot schadevergoeding aansluitend op een collectieve actie
HR 27 september 2024 ECLI:NL:HR:2024:1311 (Groeivermogen N.V. / verweerder)
Welke verjaringstermijn geldt voor een individuele vordering tot schadevergoeding aansluitend op een in een collectieve actie toegewezen verklaring voor recht? De Hoge Raad oordeelt dat, overeenkomstig de hoofderegel van art. 3:319 lid 1 BW, vanaf de dag na het in kracht van gewijsde gaan van de toewijzende uitspraak in de collectieve actie een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen voor de vorderingen van individuele belanghebbenden die op de collectieve actie aansluiten, die gelijk is aan de oorspronkelijke verjaringstermijn, maar niet langer dan vijf jaar. Lees meer…
Xella-norm soms eerder van toepassing dan 20 juli 2018
HR 27 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1309
De Xella-norm over een transitievergoeding bij slapende dienstverbanden kan ook van toepassing zijn op een voor 20 juli 2018 gedaan verzoek als de werkgever daarop op die datum nog (nader) diende te beslissen. Lees meer…
Vrijheid rechter bij matigingsoordeel
HR 4 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1384
De Hoge Raad oordeelt over de rechterlijke bevoegdheid van art. 6:109 BW om een schadevergoeding te matigen. Uitgangspunt is dat de feitenrechter vrijheid toekomt bij toepassing daarvan. Ook is hij niet verplicht eerst de volledige omvang van de schade vast te stellen. Verder staat een hoge mate van schuld aan matiging niet in de weg. De Hoge Raad benadrukt wel dat matiging tot terughoudendheid noopt en dat de rechter matiging behoorlijk moet motiveren. Lees meer…
Rolperikelen en het passeren van een verzoek om een mondelinge behandeling
HR 11 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1434
Uit het enkele instemmen met, of niet protesteren tegen een aanhouding in verband met een minnelijke oplossing, valt geen verzoek tot het wijzen van arrest af te leiden. Een verzoek om een mondelinge behandeling mag slechts in zeer uitzonderlijke gevallen worden afgewezen. Lees meer…
Een erfgenaam is geen belanghebbende bij ouderschapsactie
HR 4 oktober 2024 ECLI:NL:HR:2024:1370
De kring van personen die geacht kunnen worden rechtstreeks bij de vaststelling van het ouderschap te zijn betrokken, beperkt zich tot de moeder, het kind en degene van wie verzocht wordt het ouderschap vast te stellen; buiten deze kring vallende personen zijn niet aan te merken als belanghebbenden in de zin van art. 798 lid 1 Rv. Lees meer…
Richtlijnconforme uitleg van het begrip ‘loon’ (art. 8 Waadi)
HR 27 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1303
Richtlijnconforme uitleg van het begrip ‘loon’ uit art. 8 lid 1 Waadi. Het gaat om alle huidige of toekomstige voordelen in geld of natura, die door de werkgever aan de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking worden toegekend. Hieronder vallen ook bonussen of resultaatsvergoedingen. Lees meer…
Cassatievlog #109 | Wanneer moet een zorgverzekeraar zorg in het buitenland vergoeden?
Hoge Raad 11 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1416
Eiser heeft in de V.S. een dure behandeling tegen kanker ondergaan. Zijn zorgverzekeraar weigert vergoeding, omdat geen sprake zou zijn van ‘zorg zoals de beroepsgroep die pleegt te bieden’. De Hoge Raad verwerpt dit standpunt. Ook zorg die weliswaar niet feitelijk in Nederland wordt verleend, maar die wel behoort tot het door de Nederlandse beroepsgroep aanvaarde ‘zorgarsenaal’, moet worden vergoed. Jerre de Jong licht deze zaak toe aan de hand van een uitspraak van de Hoge Raad.
Cassatievlog #109 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister de podcast via uw favoriete podcastkanaal.
Recht op mondelinge behandeling na cassatie en verwijzing
HR 27 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1330
Ook in de procedure na cassatie en verwijzing bestaat in beginsel recht op een mondelinge behandeling. Lees meer…
Cassatievlog #108 | Prejudiciële vragen over ‘bestelknop’
Hoge Raad 4 oktober 2024 ECLI:NL:HR:2024:1355
Hoge Raad 4 oktober 2024 ECLI:NL:HR:2024:1366
Als je iets op internet bestelt, dan moet de ‘bestelknop’ duidelijk maken dat je daarvoor moet betalen. Is dit onvoldoende duidelijk, dan kan dit voor handelaars tot aanzienlijke financiële risico’s leiden. Dat blijkt uit de twee prejudiciële beslissingen die Ruben de Graaff bespreekt.
Cassatievlog #108 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister de podcast via uw favoriete podcastkanaal.
Inzagerecht op grond van de AVG in eigen personeelsdossier
HR 4 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1372
De vraag is of een werkneemster op grond van de AVG een inzagerecht heeft in een adviesaanvraag (en het antwoord daarop van de Raad voor de Rechtspraak) omtrent haar functioneren in haar personeelsdossier. Dit naar aanleiding van een vervolgens met de rechtbank, na mediation, overeengekomen vaststellingsovereenkomst. De Hoge Raad beslist dat de AVG daar niet toe verplicht.