

Voordeelstoerekening bij zaakschade
HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:956
(i) Voordeelstoerekening mag worden toegepast in gevallen van (in beginsel abstract te berekenen) zaakschade.
(ii) Of het redelijk is om een voordeel toe te rekenen, hangt onder meer af van de vraag of de benadeelde tegen zijn wil een bepaald bestedingspatroon wordt opgedrongen. Lees meer…

Cassatievlog #063 | Later betalen en de Wet consumentenkrediet
Hoge Raad 30 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:1006
Het gaat in deze zaak om het door consumenten steeds meer gebruikte systeem om na aankoop te kunnen betalen, in dit geval met AfterPay. Deze mogelijkheid wordt door webwinkels aangeboden als een betaalmethode waarvoor kan worden gekozen. Daarvoor is een kleine vergoeding verschuldigd (in dit geval € 1). Een consument maakte daarvan gebruik. Nadat herinneringen waren verstuurd met buitengerechtelijke kosten en betaling uitbleef, is een vordering in rechte ingesteld waarin ook buitengerechtelijke kosten werden gevorderd. Martijn Scheltema bespreekt dit arrest in 3 minuten.
Cassatievlog #063 is ook als podcast beschikbaar.

Het retentierecht en derden (met een jonger of ouder recht)
HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:970
Als de schuldeiser het retentierecht niet kan inroepen tegen een derde met een ouder recht als bedoeld in art. 3:291 lid 2 BW, kan hij het retentierecht evenmin inroepen tegen degene die van die derde, al dan niet rechtstreeks, een recht op de zaak heeft verkregen. Lees meer…

Verplicht meedelen in een executie-opbrengst?
HR 16 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:918
(i) Een schuldeiser is bevoegd om geheel of gedeeltelijk af te zien van het meedelen in een executie-opbrengst, ook als dat tot een andere verdeling leidt dan uit art. 3:277 lid 1 BW voortvloeit. Hiervoor is geen instemming van de schuldenaar of medeschuldeisers vereist.
(ii) Als de vernietiging van een in hoger beroep bestreden vonnis berust op een wijziging van omstandigheden, moet de rechter in hoger beroep nagaan of de rechter in eerste aanleg ten tijde van zijn vonnis terecht tot zijn beslissing is gekomen. Lees meer…

Verval en verjaring van wettelijke vakantiedagen
HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:955
Voldoet de werkgever niet aan zijn verplichting om, kort gezegd, de werknemer aan te moedigen zijn wettelijke vakantiedagen op te nemen, hem ook in staat te stellen dat te doen en hem te informeren over het verlies van niet-opgenomen vakantiedagen aan het einde van een referentie- of overdrachtsperiode, dan kan dat niet tot verval of verjaring van die vakantiedagen leiden. Lees meer…

Uitleg van een vaststellingsovereenkomst en aantasting van de bindende kracht van bindende adviezen
HR 2 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:822
Bij de uitleg van een vaststellingsovereenkomst moet de rechter acht slaan op alle relevante omstandigheden het geval, inclusief omstandigheden rondom een andere, maar aanverwante overeenkomst. Een partij kan de bindende kracht van een bindend advies aantasten als gebondenheid hieraan in verband met inhoud of wijze van totstandkoming daarvan in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Dat kan bijvoorbeeld bij een schending van hoor en wederhoor het geval zijn. Lees meer…

Beëindiging huur wegens sloop en renovatie woonwijk
HR 16 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:931
Indien een beoogde renovatie of sloop in overwegende mate berust op een stedenbouwkundig, sociaaleconomisch of volkshuisvestelijk doel, kan de verhuurder het gehuurde daarmee dringend nodig hebben voor eigen gebruik. Dit geldt ook als geen structurele wanverhouding bestaat tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten. Als er naast sloop andere alternatieven voorhanden zijn, is voor toewijzing van de vordering tot beëindiging van de huurovereenkomst niet vereist dat de verhuurder aannemelijk maakt de instandhouding van het gehuurde zodanige kosten vergt dat dat redelijkerwijs niet van hem verlangd kan worden. Lees meer…

Cassatievlog #062 | Prejudiciële vragen over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter in mededingingszaken
Hoge Raad 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:965
De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter in mededingingszaken. Concreet gaat het erom of de Nederlandse rechter mag oordelen over een vordering op een Griekse dochtervennootschap van Heineken, vanwege misbruik van een machtspositie in Griekenland. Heineken is in Nederland gevestigd en kan hier dus voor de rechter worden opgeroepen. Of de Griekse dochter ook in Nederland kan worden gedagvaard, hangt ervan af of tussen de vorderingen op Heineken en haar dochter sprake is van een nauw verband als bedoeld in art. 8, punt 1, van Verordening Brussel I-bis. De Hoge Raad vraagt aan het Europees Hof of bij die beoordeling moet worden uitgegaan van het vermoeden van beslissende invloed van de moeder (Heineken) op haar dochter, zoals dat geldt in het materiële Europese mededingingsrecht. En, zo ja, of voor het aannemen van bevoegdheid ten aanzien van de dochter voldoende is dat niet op voorhand kan worden uitgesloten dat van die invloed sprake is geweest. Jerre de Jong bespreekt deze zaak in dit vlog.
Cassatievlog #062 is ook als podcast beschikbaar.

De verhouding tussen het recht op een omgangsregeling en het vaststellen van het biologische vaderschap
HR 31 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:520
Een rechter behoeft niet steeds eerst te onderzoeken of het verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling toewijsbaar zou zijn voordat hij een onderzoek naar het biologische vaderschap kan bevelen. Ook bij de beantwoording van de vraag of – ongeacht of de verzoeker daadwerkelijk aanspraak heeft op omgang – voorafgaand aan de beoordeling van dat verzoek een onderzoek naar het biologische vaderschap dient plaats te vinden, moet de rechter een belangenafweging maken. Het belang van het kind dient daarbij voorop te staan. Lees meer…

Voldoende bepaaldheid van bescheiden bij bewijsbeslag en inzagevordering
Cassatieblog HR 2 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:830 (SolidNature c.s. / verweerder)
Bij een bewijsbeslag en opvolgende vordering tot inzage op grond van art. 843a Rv kan in voorkomend geval aan de hand van een (combinatie van) zoektermen worden afgebakend welke bescheiden voldoen aan de eisen van bepaaldheid en rechtmatige belang bij inzage. Lees meer…