HR 15 februari 2018 ECLI:NL:HR:2018:219

Als een beroepschrift niet is ondertekend door een advocaat, kan dit gebrek binnen door de rechter te bepalen termijn worden hersteld door hetzelfde beroepschrift getekend door een advocaat nogmaals in te dienen.

De feiten

De moeder en vader hebben een affectieve relatie gehad waaruit een dochter is geboren. De relatie is in 2015 verbroken. Partijen zijn gezamenlijk belast met het gezag over de dochter. De rechtbank heeft de moeder op 9 maart 2016 vervangende toestemming gegeven om met de dochter te verhuizen. De rechtbank heeft voorts onder meer een verdeling van de zorgtaken ten aanzien van de dochter bepaald.

De vader heeft op de laatste dag van de appeltermijn zelf appel tegen beide beschikkingen van de rechtbank ingesteld bij het hof. Op grond van art. 281 lid 1 Rv  en 362 Rv wordt de verzoeker, indien het beroepschrift ten onrechte niet door een advocaat is ingediend,  de mogelijkheid geboden om het verzuim te herstellen binnen een door de rechter te bepalen termijn.

Echter, de door de advocaat van de vader ingediende beroepschriften zijn niet gelijk aan het oorspronkelijke, door de vader zelf op 9 juni 2016 ingediende, beroepschrift. Het komt er dus niet op aan dat de beroepschriften binnen de gestelde termijn waren ingediend, maar dat het om andersluidende beroepschriften ging. Het hof had de vader niet-ontvankelijk moeten verklaren omdat het hiervoor bedoelde verzuim niet is hersteld.

Hoge Raad

De Hoge Raad vernietigt de beschikking van het Hof en doet de zaak zelf af door de vader niet ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep tegen de beschikkingen van de rechtbank.

Cassatieblog.nl

Share This