Alle berichten met de tag: grievenstelsel


 

HR 10 februari 2023 ECLI:NL:HR:2023:200

Het Koninkrijk Zweden vordert de teruggave van een bijzonder boek dat is ontvreemd uit haar Koninklijke Bibliotheek. De vordering tot teruggave van het cultuurgoed is echter verjaard, op grond van art. 3:310a lid 1 (oud) BW. Daarnaast heeft het hof terecht niet ambtshalve geoordeeld over de vraag naar het op deze kwestie toepasselijke recht, omdat deze vraag niet lag binnen het door de grieven ontsloten gebied. Hidde Volberda bespreekt het arrest van de Hoge Raad in 3 minuten.

Cassatievlog #051 is ook als podcast beschikbaar.

HR 10 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:200

De vordering van het Koninkrijk Zweden tot teruggave van een cultuurgoed (art. 3:310a BW) is verjaard. Het hof heeft terecht niet ambtshalve geoordeeld over de vraag naar het op deze kwestie toepasselijke recht, omdat deze vraag niet lag binnen het door de grieven ontsloten gebied. (meer…)

HR 26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:340 (X / Stichting Trudo)

Nu eiser in hoger beroep een beroep deed op matiging van de contractuele boete en aldus is opgekomen tegen de toewijzing van de gevorderde boete, had het hof – ondanks het ontbreken van een grief tegen het ambtshalve oordeel van de kantonrechter dat het boetebeding niet oneerlijk was in de zin van de Richtlijn oneerlijke bedingen (Richtlijn 93/13/EEG) – ambtshalve het boetebeding (opnieuw) moeten toetsen aan de bepalingen van de Richtlijn. (meer…)

HR 8 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1224

Een verweer van een geïntimeerde dat ertoe strekt dat het hof terugkomt van een bindende eindbeslissing die is gegeven na en op basis van een afbakening van de grenzen van de rechtsstrijd in de memories van grieven en van antwoord, is in strijd met de tweeconclusieregel, ook indien het verweer niet kwalificeert als nieuwe grief. (meer…)

HR 31 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:212 (X c.s./Arubags & More N.V.)

Naar Arubaans appelprocesrecht is de appelrechter bevoegd ambtshalve tot vernietiging van de bestreden uitspraak over te gaan, buiten de (eventueel aangevoerde) grieven om (vgl. art. 281a en art. 429q lid 6 RvA). Bij de uitoefening van deze bevoegdheid mag de appelrechter evenwel niet buiten de grenzen van de rechtsstrijd treden. Hij mag evenmin handelen in strijd met het fundamentele beginsel van hoor en wederhoor en partijen niet verrassen met een beslissing, waarmee zij, gelet op het processuele debat, geen rekening behoefden te houden. (meer…)

Cassatieblog.nl