Alle berichten met de tag: non-conformiteit


HR 15 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:228

Ingeval van consumentenkoop gaat de termijn als bedoeld in art. 7:23 lid 1 BW lopen op het moment dat de consument heeft ontdekt dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt en niet al op het moment waarop de koper dit redelijkerwijs had behoren te ontdekken. (meer…)

HR 17 november 2017 ECLI:NL:HR:2017:2902, (MBS / verweerders)

De verjaringstermijn van art. 7:23 lid 2 BW is ook van toepassing op een vordering gebaseerd op bedrog waaraan feiten ten grondslag liggen die ook een vordering uit non-conformiteit zouden kunnen dragen. De verjaringstermijn is slechts dan niet van toepassing indien de vordering wegens bedrog is onderbouwd met feiten die zelfstandig, dus los van de feiten die de non-conformiteitsvordering kunnen dragen, bedrog opleveren. (meer…)

HR 7 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2287

Bij de verkoop van een oude, zichtbaar gebrekkige boerderij, garandeerde de verkoper dat deze geschikt was voor normaal gebruik als woning. Het oordeel van het hof dat aan de voor dat normale gebruik benodigde eigenschappen in dit geval geen hoge eisen kunnen worden gesteld, laat de Hoge Raad in stand. (meer…)

HR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1076 (Eiseres/Primar S.A.R.L.)

Ingevolge het Weens Koopverdrag is de verkoper aansprakelijk indien de zaken niet aan de overeenkomst beantwoorden op het moment dat het risico op de koper overgaat. Het hof is ten onrechte voorbijgegaan aan de essentiële stelling van eiseres over de gebrekkigheid van de zaken bij levering en heeft het bewijsoordeel van de rechtbank miskend. (meer…)

HR 9 mei 2014, ECLI:NL:HR:2014:1077 (ABN Amro/Botersloot C.V.)

Als een koper een aanvankelijk geconstateerd gebrek aan een door hem gekochte zaak voor lief neemt, en later ontdekt dat het gebrek van groter omvang of van andere aard is dan hij aanvankelijk dacht, kan aan een beroep op dat gebrek in de weg kan staan dat hij na zijn aanvankelijke ontdekking geen nader onderzoek heeft gedaan of laten doen, terwijl dat in de omstandigheden van het geval redelijkerwijs van hem kon worden verwacht. Het is aan de verkoper zich daarop te beroepen. De rechter mag, bij beantwoording van de vraag of de koper tijdig aan zijn klachtplicht heeft voldaan, aanknopen bij het gebrek waarop de koper zich beroept. Hij hoeft in het kader van de vraag wanneer de klachttermijn is aangevangen, niet (onafhankelijk van het partijdebat) te onderzoeken of de zaak de eigenschappen bezit die de koper op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. (meer…)

Cassatieblog.nl