Alle berichten met de tag: bedrog


Hoge Raad 13 juni 2025, ECLI:NL:HR:2025:898

In dit arrest gaat de Hoge Raad in op de verhouding tussen strafrechtelijke transacties en wilsgebreken. De Hoge Raad oordeelt in een oordeel ten overvloede dat moet worden aangenomen dat een strafrechtelijke transactie als bedoeld in art. 74 Sr in beginsel kan worden vernietigd met een beroep op overeenkomstige toepassing van de civielrechtelijke bepalingen over dwaling (art. 6:228 BW) en bedrog (art. 3:44 BW). Jellis Jansen bespreekt in drie minuten de uitspraak.

 

HR 17 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1596

(i) Als tijdens een procedure bij een partij een vermoeden van bedrog door de wederpartij rijst, mag die partij dit vermoeden naar voren brengen zolang de zaak nog niet in staat van wijzen is. De rechter dient de desbetreffende partij in de gelegenheid te stellen haar standpunt dat door de wederpartij bedrog is gepleegd, uiteen te zetten;
(ii) Art. 8c PSW kan niet zo ruim worden uitgelegd dat ook een staking van toekomstige pensioenopbouw moet worden aangemerkt als een vermindering van pensioenaanspraken waarvoor de toestemming van de echtgenoot nodig is;
(iii) Bij de berekening van het te verevenen pensioen op de voet van art. 3 Wvps moet worden uitgegaan van de tijdsevenredige aanspraak op het pensioen en niet slechts van de aanspraak voor zover die op het tijdstip van de echtscheiding is gefinancierd. (meer…)

HR 30 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1332

Herroeping van een arbitraal vonnis op grond van bedrog is alleen mogelijk als het bedrog na de arbitrale procedure is ontdekt. Herroeping is niet aan de orde als het bedrog tijdens de arbitrage is ontdekt en dat in de arbitrale procedure aan de orde had kunnen worden gesteld. Als een arbitraal vonnis tot stand is gekomen onder invloed van bedrog, kan het vonnis ook vernietigbaar zijn wegens strijd is met de openbare orde. Ook hiervoor geldt dat een partij het daaraan ten grondslag liggende bedrog indien mogelijk in de arbitrale procedure aan de orde moet stellen. (meer…)

HR 7 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:213

Indien een werknemer een werkgever ertoe beweegt een arbeidsovereenkomst tot stand te doen komen door enige opzettelijk daartoe gedane onjuiste mededeling, door het opzettelijk daartoe verzwijgen van enig feit dat hij verplicht was mede te delen of door een andere kunstgreep, is bedrog aanwezig en kan de werkgever zich beroepen op de (buitengerechtelijke) vernietiging van de arbeidsovereenkomst. Voor het slagen van dit beroep is niet vereist dat de arbeidsovereenkomst (vrijwel) geheel nutteloos is geweest. (meer…)

HR 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1233

Als de rechter in een herroepingsprocedure het geding geheel of gedeeltelijk heropent op de voet van art. 387 Rv, moet cassatieberoep tegen deze uitspraak direct worden ingesteld en mag niet worden gewacht tot de einduitspraak in het heropende geding op de voet van art. 389 Rv. Hetzelfde geldt voor het instellen van verzet. (meer…)

Cassatieblog.nl