HR 15 februari 2013, LJN BY2595
Indien uitleg van een testament op de voet van art. 4:46 lid 1 BW tot de slotsom leidt dat (een deel van) het testament geen duidelijke zin heeft als bedoeld in art. 4:46 lid 2 BW, mogen bij de (nadere) uitleg van het testament daden of verklaringen van de erflater worden gebruikt. Het hof (dat de door één van de betrokkenen bij de nalatenschap verdedigde uitleg van het testament mede in de sleutel van de verbetering van een vergissing ex art. 4:46 lid 3 BW had geplaatst) heeft dit miskend. (meer…)