HR 11 mei 2012,ECLI:NL:HR:2012:BW0730 (X/Dealkent Ltd)

Afdeling 6.5.3 BW (Algemene voorwaarden) is niet van toepassing als de betrokken partijen handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf en niet beide in Nederland zijn gevestigd (art. 6:247 lid 2 BW).

Eiseres tot cassatie heeft in 2001 dertig oude legervoertuigen verkocht aan verweerster in cassatie, de Britse vennootschap Dealkent. De voertuigen waren bestemd voor doorverkoop aan TAKN. De deskundige van TAKN heeft de voertuigen afgekeurd, waarop Dealkent eiseres aansprakelijk heeft gesteld voor de schade wegens het niet doorgaan van de leveranties.

Dealkent vordert ontbinding van de koopovereenkomst en schadevergoeding op te maken bij staat. In beide feitelijke instanties is deze vordering toegewezen. In cassatie gaat het om de vraag of eiseres een beroep kan doen op een exoneratie in haar algemene voorwaarden. Het hof oordeelde van niet, omdat eiseres deze algemene voorwaarden pas geruime tijd na het totstandkomen van de overeenkomst aan Dealkent bekend had gemaakt, terwijl eiseres niet had gesteld dat terhandstelling voor of bij het sluiten van de overeenkomst redelijkerwijs onmogelijk was.

Art. 6:233 sub b BW verklaart een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar als de gebruiker aan de wederpartij niet “een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen”, meer in het bijzonder door deze (bijvoorbeeld) op de voet van art. 6:234 lid 1 BW ter hand te stellen. Op deze vernietigingsgrond had het hof het oog gehad, zonder zich evenwel uit te laten over de voorvraag: of toepasselijkheid van algemene voorwaarden überhaupt was overeengekomen tussen partijen.

In cassatie klaagt eiseres, onder verwijzing naar art. 6:247 lid 2 BW, dat afdeling 6.5.3 BW niet van toepassing is als de betrokken partijen handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf en niet beide in Nederland gevestigd zijn. De Hoge Raad acht deze klacht gegrond:

“3.3.2 Blijkens de stukken van het geding zijn partijen de overeenkomst aangegaan in de uitoefening van hun bedrijf en is Dealkent niet in Nederland gevestigd. Art. 6:233 en 6:234 BW zijn dus niet van toepassing op de overeenkomst tussen partijen (vgl. Parl. Gesch. Boek 6 (Inv. 3, 5 en 6), p. 1807, 1811 en 1812).”

Tegen deze achtergrond volgt vernietiging. Na verwijzing moet alsnog worden bezien of toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van eiseres tussen partijen is overeengekomen, aldus de Hoge Raad (rov. 3.4).

Advocaat-Generaal Wissink wees er in zijn conclusie op dat art. 6:247 lid 2 BW onder meer beoogt te voorkomen dat de internationale handel door de regeling van de algemene voorwaarden wordt belemmerd (conclusie, sub 3.12). De bepaling verzet zich evenwel niet tegen toepasselijkheid van afdeling 6.5.3 BW indien partijen uitdrukkelijk te kennen geven deze consequentie van hun keuze voor Nederlands recht te aanvaarden (sub 3.13). Nu daarvan in deze zaak niet of onvoldoende was gebleken, concludeerde ook Wissink tot vernietiging van het bestreden arrest (sub 3.14).

Cassatieblog.nl

Share This