HR 7 juli 2023 ECLI:NL:HR:2023:1047
Art. 10:3 Wvggz bevat een limitatieve opsomming van de gronden waarop in het kader van de klachtprocedure zoals geregeld in hoofdstuk 10 van de Wvggz kan worden geklaagd. Indien de klacht geen betrekking heeft op de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van een of meer van de in art. 10:3 Wvggz genoemde bepalingen, kan de betrokkene geen gebruik maken van die klachtprocedure. In dat geval staat de betrokkene alleen de klachtprocedure van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) ter beschikking.
In de Wvggz-accommodatie was overmatig watergebruik door betrokkene op zijn kamer vastgesteld (’s nachts laten lopen van de douche). Hierop was de watertoevoer van de douche afgesloten.
De commissie bij wie betrokkene een klacht tegen deze maatregel had ingediend, meende dat hier geen sprake was van een klacht op grond van de Wvggz, maar dat het ging om een bejegeningsklacht waarop de Wkkgz ziet. De rechtbank, bij wie betrokkene tegen dit oordeel opkwam, kwam tot een zelfde conclusie als de commissie, zij het op andere gronden. Zij achtte betrokkene dan ook niet-ontvankelijk in zijn klacht.
In cassatie wijst de Hoge Raad er allereerst op dat art. 10:3 Wvggz een limitatieve opsomming van de gronden bevat waarop in het kader van de klachtprocedure zoals geregeld in hoofdstuk 10 van de Wvggz kan worden geklaagd. Als de klacht op iets anders ziet, staat alleen de klachtprocedure van de Wkkgz open.
Een maatregel als hier aan de orde kan volgens de hoge Raad worden aangemerkt als het aanbrengen van een beperking in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg heeft dat de betrokkene iets moet doen of nalaten, als bedoeld in art. 3:2 lid 2, onder h, Wvggz. Een dergelijke maatregel is immers erop gericht te bewerkstelligen dat de betrokkene het gedrag dat de maatregel beoogt te voorkomen voortaan nalaat. Indien ook overigens aan de voorwaarden voor het verlenen van verplichte zorg is voldaan, kan derhalve op deze grond tot die maatregel worden besloten.
Dat betekent dat de rechtbank alsnog een oordeel over de klacht van betrokkene zal moeten geven.
Volgt vernietiging en terugverwijzing.