Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: belang


HR 8 juli 2022 ECLI:NL:HR:2022:1044

Uitlevering en art. 8 EVRM: uitgangspunt is dat het belang bij uitlevering voorgaat en dat slechts in uitzonderlijke omstandigheden het recht op respect voor het familie- en gezinsleven aan uitlevering in de weg kan staan; dat laat geen ruimte voor een belangenafweging.  (meer…)

HR 15 januari 2021 ECLI:NL:HR:2021:43

Dat degene die in de eerdere instantie als procespartij had te gelden de bevoegdheid heeft om een rechtsmiddel aan te wenden tegen de in die eerdere instantie gewezen uitspraak, en van die bevoegdheid geen gebruik heeft gemaakt, sluit niet uit dat diegene voldoende belang erbij kan hebben om in de volgende instantie alleen door middel van voeging bij de procedure betrokken te blijven.  (meer…)

HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2007

Een stichting met als doel het controleren van de naleving van het staatssteunverbod, die ter behartiging van het algemeen belang een verklaring voor recht vordert dat dit verbod in een concreet geval is geschonden, is niet een justitiabele wiens situatie door de vermeende steun concreet dreigt te worden beïnvloed. Zij kan zich daarom niet beroepen op het uitvoeringsverbod van art. 108 lid 3 VWEU. (meer…)

HR 15 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1787 en ECLI:NL:HR:2019:1788

(1) Voor voeging is vereist dat de partij die voeging vordert, nadelige gevolgen kan ondervinden van een uitkomst van de procedure die ongunstig is voor de partij aan wier zijde zij zich voegt. Onder nadelige gevolgen zijn in dit verband te verstaan de feitelijke of juridische gevolgen die de toe- dan wel afwijzing van de in die procedure ingestelde vordering of het gezag van gewijsde van in de uitspraak in die procedure gegeven eindbeslissingen zal kunnen hebben voor degene die de voeging vordert.
(2) Aan een vordering tot voeging in een volgende instantie staat niet in de weg dat de partij die voeging vordert zelf geen rechtsmiddel heeft ingesteld tegen de uitspraak. (meer…)

HR 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:590

(i) In het vereiste van voldoende belang bij een verklaring voor recht als bedoeld in art. 3:303 BW ligt besloten dat het belang bij het instellen van een vordering evenredig moet zijn aan het belang van de wederpartij en dat van een behoorlijke rechtspleging. Dat voldoende belang bestaat bij een vordering mag in beginsel worden verondersteld. Dat geldt ook voor het belang van Dexia bij haar negatieve verklaring voor recht om een einde te maken aan onzekerheid.
(ii) Indien dat belang wordt betwist of de rechter ambtshalve opheldering wenst over dat belang, rusten de stelplicht en bewijslast ter zake in beginsel op degene die de vordering instelt.
(iii) Een partij kan ook recht hebben op vergoeding van buitengerechtelijke kosten voor buitengerechtelijke werkzaamheden die zijn verricht met het oog op het verkrijgen van een hogere vergoeding dan waarop deze partij recht heeft. (meer…)

Cassatieblog.nl