(1) De vernietigbaarheid van een verdeling wegens dwaling wordt uitsluitend beheerst door art. 3:196 BW. Dit geldt niet alleen voor de overeenkomst die een verdeling inhoudt, maar ook voor de overeenkomst waarbij de deelgenoten zich tot een bepaalde concreet aangegeven verdeling verplichten (HR 7 april 1995, NJ 1996/499 m.nt. WMK). (2) De in art. 1:87 BW neergelegde regeling voor vergoedingsrechten ter zake van vermogensverschuivingen tussen de privévermogens van echtgenoten bij de verkrijging van een privégoed of de voldoening van een privéschuld, leent zich ook voor toepassing in geval van een vermogensverschuiving bij de verkrijging door echtgenoten van een gemeenschappelijk goed, gefinancierd uit hun privévermogens. (meer…)
HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1414([minderjarige] / Bureau Jeugdzorg en de moeder)
Indien een verzilveringstermijn, d.i. een termijn waarbinnen de zorg moet zijn aangevangen, in het indicatiebesluit ontbreekt, volgt uit art. 29b lid 4 Wjz (oud) in verbinding met art. 5 lid 1, aanhef en onder d, EVRM dat de rechter een verzoek tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdzorg niet kan toewijzen. Hij kan, indien hij dat geraden acht, het Bureau Jeugdzorg in de gelegenheid stellen een nieuw indicatiebesluit over te leggen waarin bedoelde termijn wel is opgenomen. (meer…)
(1) ’s Hofs oordeel dat het NIFP-rapport, opgesteld naar aanleiding van het Alphense schietincident, niet als strafvorderlijk gegeven in de zin van art. 39f lid 1 Wjsg kan worden aangemerkt, is niet onjuist of onbegrijpelijk. (2) Ook een verbintenis uit de wet kan kwalificeren als rechtsbetrekking in de zin van art. 843a lid 1 Rv. (3) Art. 843a lid 1 Rv vereist niet dat degene tegen wie de exhitibievordering is gericht, partij is bij de rechtsbetrekking in kwestie. (meer…)
(1) Voor de aanvang van de verjaring van de vernietigingsbevoegdheid ex art. 1:88 en 1:89 BW is bekendheid met de te vernietigen overeenkomst vereist en niet tevens bekendheid met de bevoegdheid tot vernietiging. (2) Gelet op de vastgestelde en aangevoerde feiten behoorde het hof te onderzoeken of het bestreden contractuele beding oneerlijk is in de zin van de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (93/13/EG). (meer…)
Vrijheidsbeneming op grond van een beslissing van de strafrechter, zoals een ISD-maatregel, sluit niet in alle gevallen een onvrijwillige opname in een psychiatrisch ziekenhuis met toepassing van de Wet Bopz uit. (meer…)