Wvggz of Wzd? Geen verzet, wel machtiging
HR 10 juli 2020 ECLI:NL:HR:2020:1271
De vraag welk regime van toepassing is, wordt bepaald door de mate waarin een problematiek op het moment van de te nemen beslissing op de voorgrond staat en de actuele zorgbehoefte van betrokkene bepaalt; daarbij moet ook de continuïteit van de zorg in een vertrouwde omgeving in aanmerking worden genomen. (meer…)
Samenloop van een beroep op art. 2:14 BW en 5:130 jo. 2:15 BW in één procedure
HR 10 juli 2020 ECLI:NL:HR:2020:1275
Het ontbreken van een op grond van de wet of de statuten vereiste meerderheid van stemmen leidt tot een nietig besluit in de zin van art. 2:14 lid 1 BW en niet tot een besluit dat vernietigbaar is op grond van art. 2:15 lid 1, aanhef en onder a, BW. Indien in een procedure bij de kantonrechter, gevoerd op de voet van art. 5:130 lid 1 jo. 2:15 BW tevens een beroep wordt gedaan op art. 2:14 BW, dan hoeft die procedure niet te worden gesplitst teneinde het beroep op nietigheid in een afzonderlijke (dagvaardings)procedure door de rechtbank te laten beoordelen. (meer…)
Terugbetaling te hoog voorschot in onteigeningszaken
HR 3 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1226 (Eisers/Heerlen)
Als in onteigeningszaken de schadeloosstelling lager uitvalt dan het voorschot dat een partij heeft ontvangen, veroordeelt de onteigeningsrechter die partij ambtshalve tot terugbetaling van het te veel ontvangen bedrag. De onteigeningsrechter kan die veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaren en een terugbetalingstermijn bepalen waarna de wettelijke rente is verschuldigd. Ook daarvoor is geen vordering van de onteigenende partij nodig. Voldoende is dat de onteigenende partij kenbaar heeft gemaakt dit te wensen, en dat de wederpartij de gelegenheid heeft gehad zich daarover uit te laten. (meer…)
Erfolgsort bij Peeters/Gatzen-vordering
HR 3 juli 2020 ECLI:NL:HR:2020:1223
Eerder oordeelde het HvJEU dat de Peeters/Gatzen-vordering onder het bereik van Brussel I-bis valt. De Hoge Raad beoordeelt in dit arrest waar de plaats is waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan (artikel 5, aanhef en onder 3, Brussel I-bis). Meer in het bijzonder beoordeelt de Hoge Raad wat het Erfolgsort is. Het nadeel dat de gezamenlijke schuldeisers hebben geleden, bestaat erin dat het tegoed op de zichtrekening als verhaalsobject is verdwenen. De plaats waar die zichtrekening werd aangehouden, te weten Maasmechelen in België, is de plaats waar de schade aanvankelijk is ingetreden. Uit de door de Hoge Raad genoemde rechtspraak van het HvJEU volgt daarom dat het Erfolgsort in België is gelegen. Het ‘Erfolgsort’ is niet in Nederland gelegen op de enkele grond dat de schuldeisers in Nederland financiële schade hebben geleden. Die schade is immers een gevolg van de aanvankelijk in België ingetreden schade. Daarom is voor bepaling van de internationale bevoegdheid niet van belang of in het onderhavige geval sprake is van andere aanknopingspunten met Nederland of andere bijzondere omstandigheden. (meer…)
Procesreglement bevat geen fatale termijn voor het instellen van incidenteel cassatieberoep
HR 3 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1224
Het Procesreglement van de Hoge Raad bevat geen fatale termijn voor het instellen van incidenteel cassatieberoep. Het niet in acht nemen van de in het Procesreglement genoemde termijn vormt wel een belangrijke aanwijzing dat het instellen van incidenteel cassatieberoep in strijd is met de eisen van de goede procesorde. Op grond van de omstandigheden kan echter anders worden geoordeeld. (meer…)
Recente berichten
- Klachtplicht ook van toepassing op loonvorderingen
- Cassatievlog #116 | Geen gratie na veroordeling voor verjaard feit
- Geoblocking, VPN-diensten en de Auteursrechtrichtlijn: geldt een gerichtheidsvereiste voor een mededeling aan het publiek?
- Verlenging verweertermijn moet worden gevraagd binnen de oorspronkelijke verweertermijn
- Cassatie in belang der wet: meervoudige kantonrechtspraak niet mogelijk
- Cassatievlog #115 | Kan de kantonrechter meervoudig beslissen?
- Kennisclips Hoger Beroep #07: Partijperikelen
- Geen belang bij cassatie niet-dragend oordeel
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (226)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (198)
- Intellectuele-eigendomsrecht (115)
- Internationaal privaatrecht (80)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (207)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (27)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (134)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (842)
- Strafrecht (6)
- Verbintenissenrecht (290)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (118)