Gezag van gewijsde: dezelfde rechtsbetrekking en een nieuwe feitelijke grondslag

HR 25 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:667
Het antwoord op de vraag of in het eerdere geding sprake is geweest van beslissingen over een geschilpunt dat dezelfde rechtsbetrekking betreft als in het andere geding, vergt uitleg van de in de eerdere procedure gedane uitspraak – mede in het licht van de gedingstukken waarop die uitspraak berust. (meer…)
Een proceskostenbeding in een consumentenovereenkomst is oneerlijk

HR 23 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:820
(i) Een proceskostenbeding in een huurovereenkomst, op grond waarvan de huurder die tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst alle gerechtelijke kosten moet betalen die de verhuurder maakt, is oneerlijk in de zin van Richtlijn 93/13/EG (hierna: de Richtlijn oneerlijke bedingen). Een dergelijk beding is daarom vernietigbaar.
(ii) Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) is niet met zekerheid af te leiden of de rechter vervolgens nog een proceskostenveroordeling op de voet van art. 237 e.v. mag uitspreken ten laste van de huurder. De Hoge Raad stelt hierover een prejudiciële vraag aan het HvJEU. (meer…)
Cassatievlog #134 | Een proceskostenbeding is een oneerlijk beding en blijft buiten toepassing

Hoge Raad 23 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:820
De Hoge Raad beslist in deze uitspraak dat een proceskostenbeding in zijn algemeenheid een oneerlijk beding is, dat buiten toepassing moet worden gelaten. Betekent dat ook dat in die gevallen een ‘gewone’ proceskostenveroordeling, op basis van het liquidatietarief, niet mogelijk is? Giel Wind bespreekt in deze cassatievlog de uitspraak van de Hoge Raad.
Verjaringstermijn vangt niet eerder aan dan dag na onverschuldigde betaling

HR 16 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:761
De korte verjaringstermijn van art. 3:309 BW begint te lopen op de dag na die waarop de benadeelde daadwerkelijk in staat is een rechtsvordering tot terugbetaling in te stellen. De korte verjaringstermijn van art. 3:309 BW kan echter niet eerder een aanvang nemen dan op de dag na die waarop de vordering uit onverschuldigde betaling is ontstaan. Dit geldt ook indien voordien reeds aan de benadeelde bekend is dat de vordering uit onverschuldigde betaling zal ontstaan en wie de ontvanger van de onverschuldigde betaling zal zijn.
Een vordering uit onverschuldigde betaling ontstaat op het moment dat een betaling zonder rechtsgrond wordt verricht. Indien periodieke betalingen zonder rechtsgrond worden verricht, ontstaat telkens op het moment van de betaling een afzonderlijke vordering uit onverschuldigde betaling. (meer…)
Cassatievlog #133 | Onverschuldigde periodieke betalingen: wanneer verjaart de vordering?

Hoge Raad 16 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:761
Wanneer verjaart een vordering uit onverschuldigde betaling bij meerdere, periodiek gedane, betalingen? Die vraag beantwoordde de Hoge Raad afgelopen vrijdag. Berend-Bram Heinen, cassatieadvocaat bij Pels Rijcken, bespreekt het antwoord.
Recente berichten
- Geen wettelijke grondslag voor gerechten om inzage in of afschrift van dossiers in afgesloten civiele familie- en jeugdprocedures te verstrekken
- Extern ondernemerschap en kwalificatie van arbeidsrelatie
- Kennisclip Hoger beroep #11: Devolutieve werking
- Geen halvering van de meerinbreng bij beperkte gemeenschap van goederen
- Cassatievlog #135 | Civiele regels stelplicht en bewijslast bij parallelle strafprocedure over dezelfde feiten
- Wvggz: afstand recht op rechtsbijstand
- Kennisclips Hoger Beroep #08: Verstek en ontslag van instantie
- Gezag van gewijsde: dezelfde rechtsbetrekking en een nieuwe feitelijke grondslag
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (13)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (329)
- Arbeidsrecht (238)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (69)
- Erfrecht (42)
- Europees recht (88)
- Financieel recht (52)
- Goederenrecht (94)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (62)
- Huurrecht (79)
- Huwelijksvermogensrecht (69)
- Insolventierecht (202)
- Intellectuele-eigendomsrecht (116)
- Internationaal privaatrecht (81)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (103)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (179)
- Pensioenrecht (24)
- Personen- en familierecht (211)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (27)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (144)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (874)
- Strafrecht (8)
- Verbintenissenrecht (299)
- Vermogensrecht algemeen (90)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (78)
- Wetgeving cassatierechtspraak (14)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (124)