Dossier: Internationaal privaatrecht


HR 29 maart 2013, LJN BY4352

Art. 11 van het Haags Huwelijksvermogensverdrag bepaalt dat de aanwijzing van het toepasselijke recht uitdrukkelijk moet zijn overeengekomen of ondubbelzinnig moet voortvloeien uit huwelijkse voorwaarden. Bij de beoordeling of sprake is van een rechtskeuze kan niet worden volstaan met het oordeel dat geen sprake is van een ondubbelzinnige aanwijzing, maar dient tevens te worden onderzocht of een aanwijzing van het toepasselijke recht ondubbelzinnig voortvloeit uit de keuze van partijen voor huwelijke voorwaarden. De vraag of tussen partijen wilsovereenstemming met betrekking tot de rechtskeuze bestaat, moet worden beantwoord aan de hand van het door partijen aangewezen recht.  (meer…)

HR 14 december 2012, LJN BX7456 (Realchemie/Bayer)

De kosten verbonden aan een in een EU-lidstaat ingeleide exequaturprocedure waarin wordt verzocht om erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing die in een andere lidstaat is gegeven in het kader van een procedure tot handhaving van een intellectuele-eigendomsrecht, vallen onder art. 14 Handhavingsrichtlijn, en dus onder art. 1019h Rv. (meer…)

HR 7 december 2012, LJN BX9018 (G-Star/H&M)

In een grensoverschrijdend geschil over schending van een Nederlands auteursrecht (door het aanbieden of verkopen van inbreukmakende zaken via internet in Nederland) waarop de EEX-Vo van toepassing is, heeft (ook) de Nederlandse rechter rechtsmacht. (meer…)

HR 9 november 2012, LJN BX0331 (curator/Ingosstrakh)

Voor het antwoord op de vraag of een contractueel beding kan worden aangemerkt als een derogerende forumkeuze in de zin van art. 8 lid 2 Rv is niet van belang of wordt gekozen voor een forum van een andere staat, dat bij gebreke van de forumkeuze toch al bevoegd was. Het gaat er slechts om of het beding de rechter van een vreemde staat “bij uitsluiting” heeft aangewezen voor de kennisneming van het geschil. In het laatste geval is de bevoegdheid van de Nederlandse rechter uitgesloten. (meer…)

HR 2 november 2012, LJN BX6962

Een door een gehuwde Nederlandse man buitenslands verrichte erkenning, waarmee wordt beoogd de regelgeving op het gebied van de interlandelijke adoptie te omzeilen, is kennelijk in strijd met de openbare orde, ook al staat niet vast dat de man naar Nederlands recht onbevoegd was tot erkenning. (meer…)

HR 28 september 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9225

De omstandigheid dat de aan de moeder verleende vervangende toestemming om met de kinderen naar Spanje te verhuizen nadien is vervallen doordat de daartoe strekkende beschikking in hoger beroep is vernietigd, laat onverlet dat de moeder rechtmatig met de kinderen naar Spanje is verhuisd. Die vernietiging bracht ook niet zonder meer mee dat Spanje daardoor niet langer als “gewone verblijfplaats” van de kinderen kon gelden. (meer…)

Cassatieblog.nl