Dossier: Personen- en familierecht


HR 4 oktober 2024 ECLI:NL:HR:2024:1370

De kring van personen die geacht kunnen worden rechtstreeks bij de vaststelling van het ouderschap te zijn betrokken, beperkt zich tot de moeder, het kind en degene van wie verzocht wordt het ouderschap vast te stellen; buiten deze kring vallende personen zijn niet aan te merken als belanghebbenden in de zin van art. 798 lid 1 Rv. (meer…)

HR 5 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1027

Dit arrest van de Hoge Raad gaat over geldleningen die zijn aangegaan door de ene echtgenoot. Is de andere echtgenoot daarvoor hoofdelijk aansprakelijk? En welke verjaringstermijn is van toepassing op vorderingen tegen die echtgenoot? (meer…)

HR 2 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:148

In het geval van kunstmatige bevruchting wordt met ‘een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad’ (art. 1:204 lid 4 BW) het hele traject van kunstmatige bevruchting bedoeld, en niet de enkele bevruchting van de eicellen en/of de terugplaatsing van het embryo. Dat betekent dat van ‘instemming als levensgezel’ (vereist voor vervangende toestemming bij erkenning) pas sprake is als de levensgezel en de moeder samen gekozen hebben voor het traject van kunstmatige bevruchting. (meer…)

HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1079

Een gecertificeerde instelling is in een zaak op de voet van art. 1:253n BW (beëindiging gezamenlijk gezag) die ziet op een onder toezicht gesteld kind, geen belanghebbende in de zin van art. 798 lid 1, eerste volzin, Rv. (meer…)

HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:977 en ECLI:NL:2024:978 

In Aruba en Curaçao is het huwelijk nu opengesteld voor personen van gelijk geslacht. Dit is beslist in vonnissen van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, die door de Hoge Raad in stand zijn gelaten. Sikke Kingma, cassatieadvocaat bij Pels Rijcken bespreekt dit arrest.

 

Cassatievlog #103 is ook als podcast beschikbaar.

 

 

HR 21 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:924

De mededeling onderaan de tussenbeschikking heeft verzoekster redelijkerwijs zo kunnen opvatten dat de rechtbank tussentijds hoger beroep heeft opengesteld. De rechtszekerheid eist dan dat ervan moet worden uitgegaan dat de rechtbank verlof heeft gegeven voor tussentijds hoger beroep. Het hof heeft verzoekster daarom ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. (meer…)

Cassatieblog.nl