Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 17 mei 2013, LJN CA0356

Het oordeel van de rechter omtrent de vraag of de partneralimentatie moet komen te vervallen wegens wangedrag van de vrouw tijdens de verbreking van de relatie is niet vatbaar voor wijziging op de voet van art. 1:401 BW. Aan dit oordeel komt in een wijzigingsprocedure in beginsel gezag van gewijsde toe. Omdat het evenwel een niet-dragende beslissing betreft, heeft de beslissing in dit geval geen gezag van gewijsde (vgl. HR 20 januari 1984, NJ 1987, 295). (meer…)

HR 17 mei 2013, LJN BZ3641

Het strookt met de in art. 1:200 BW voorziene beperking van de kring van personen die geacht kunnen worden rechtstreeks bij de ontkenning van het vaderschap te zijn betrokken, om de buiten deze kring vallende personen niet aan te merken als belanghebbenden in de zin van art. 798 lid 1 Rv in verbinding met art. 1:200 BW. (meer…)

HR 3 mei 2013, LJN BZ1058

Partijen hebben de bevoegdheid om, nadat de behandeling van de zaak al gesloten is, heropening van de behandeling van de zaak te vragen. De rechter zal in de regel ongemotiveerd aan een hierop gericht verzoek kunnen voorbijgaan. Maar in een procedure waarin de rechter zijn beslissing dient te baseren op de toestand ten tijde van zijn uitspraak, zoals de procedure tot faillietverklaring, kan de rechter bij afwijzing van het verzoek gehouden zijn die beslissing te motiveren. (meer…)

HR 3 mei 2013, LJN BZ1468

Indien de rechter de zienswijze van een door hem benoemde deskundige volgt, zal hij moeten ingaan op specifieke bezwaren van partijen tegen de zienswijze van deze deskundige (gebaseerd op een door hen geraadpleegde deskundige), indien deze bezwaren een voldoende gemotiveerde betwisting inhouden van de juistheid van die zienswijze. (meer…)

HR 3 mei 2013, LJN BZ2864, BZ3865, BZ2867, BZ2868

De Hoge Raad doet uitspraak in vier van de eerder aangehouden zaken over compensatie van reizigers bij vertraagde vluchten. De klacht dat de kantonrechter prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU had moeten stellen strandt op gebrek aan belang, nu het HvJ EU inmiddels uitspraak heeft gedaan in andere zaken, waarin wel prejudiciële vragen waren gesteld. In drie van de vier zaken volgt desalniettemin vernietiging omdat essentiële stellingen onbesproken zijn gelaten, resp. de kantonrechter ongemotiveerd voorbijging aan een verzoek om pleidooi. (meer…)

HR 26 april 2013, LJN BZ8766 (Bruscom B.V./X)

In dit geval heeft het hof het feitencomplex dat eiseres tot cassatie aan haar vordering ten grondslag had gelegd voorshands bewezen geacht en de wederpartij toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. Eiseres heeft tijdens het betreffende getuigenverhoor geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid van het horen van getuigen in contra-enquête. In een dergelijk geval is eiseres in staat geweest haar aanspraak op nadere bewijslevering ten aanzien van het betrokken feitencomplex te verwezenlijken. Heeft zij van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt, dan behoeft de rechter haar niet meer tot bewijslevering toe te laten ter zake van datzelfde feitencomplex. (meer…)

Cassatieblog.nl