Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 18 januari 2013, ECLI:NL:HR:013:BY0572 (X/Y en Raad voor de Kinderbescherming)

De rechter kan in een verzoekschriftprocedure ten gunste van elke partij een proceskostenveroordeling uitspreken ten laste van een andere partij, als laatstbedoelde partij ten opzichte van eerstgenoemde partij in het ongelijk is gesteld. Dat geldt niet alleen tussen de (oorspronkelijk) verzoeker en belanghebbenden, maar ook tussen belanghebbenden onderling. (meer…)

HR 11 januari 2013  LJN BX8359 en BX8360

De bestuursrechtelijke rechtspraak in geval van overschrijding van de redelijke termijn in procedures waarop art. 6 EVRM niet van toepassing is, zoekt aansluiting bij de rechtspraak van het EHRM over de uitleg van art. 6 EVRM. Een overeenkomstige toepassing van art. 6 EVRM gaat niet zo ver dat deze ook het geval omvat waarin alleen wordt geklaagd over de duur van de bezwaarprocedure zonder dat daarop een behandeling door een rechter is gevolgd; zij omvat evenmin het geval waarin alleen wordt geklaagd over de duur van de aanvraagfase, ook niet indien daarop een behandeling door de rechter is gevolgd. (meer…)

HR 21 december 2012, LJN BX9020 (X/Staat)

Heeft de rechter op grond van art. 611a lid 4 Rv bepaald dat een opgelegde dwangsom pas na verloop van een zekere termijn zal kunnen verbeuren, zonder dat daarbij een nadere respijttermijn is toegekend, dan moet deze rechterlijke termijn worden gekwalificeerd als een uitvoeringstermijn, na verloop waarvan de opgelegde dwangsom (direct) is gaan lopen, mits de uitspraak is betekend. Dit geldt ook voor bestuurlijke dwangsommen. (meer…)

Vzr. Rb. Amsterdam 4 december 2012, LJN BY6220

De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft aan de Hoge Raad onder meer de prejudiciële vraag gesteld of in zaken die niet vallen onder art. 1019b lid 1 jo. 1019c Rv (niet- IE zaken) ook de mogelijkheid bestaat van bewijsbeslag. (meer…)

HR 14 december 2012, LJN BY2239

De eis van art. 426a lid 1 Rv, waarin is bepaald dat een verzoekschrift dat bij de Hoge Raad wordt ingediend ondertekend moet zijn door een advocaat bij de Hoge Raad, is niet in strijd met het Europees mededingingsrecht, nu richtlijn 98/5/EG de nationale wetgever de ruimte biedt om specifieke regels te stellen met betrekking tot de toegang tot de hogere rechtscolleges. (meer…)

HR 30 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX7495 (X/Lotto)

Voor de procedure tot herroeping van een Arubaanse beschikking inzake de ontbinding van een arbeidsovereenkomst, geldt – anders dan voor het Nederlandse equivalent – niet de in art. 80 lid 1 RO geregelde beperking van cassatiegronden. Aruba en Nederland kennen verschillende stelsels van rechterlijke organisatie terwijl ook de openstelling tot cassatietoetsing op verschillende wijze is geregeld. De beantwoording van de vraag in hoeverre beslissingen van de Arubaanse rechter in cassatie kunnen worden getoetst, behoort dus niet te worden bepaald door het antwoord op de vraag in hoeverre cassatietoetsing mogelijk zou zijn in een vergelijkbare zaak waarover in Nederland is geprocedeerd. (meer…)

Cassatieblog.nl