Dossier: Proces- en beslagrecht


Cassatieblog HR 13 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:683 (X/Stichting Rederij De Drie Geuzen)

Wanneer de afwijzing van een vordering of verzoek van de wederpartij berust op een voor de gedaagde of verweerder nadelige beslissing, krijgt die beslissing bij het in kracht van gewijsde gaan van de uitspraak, gezag van gewijsde. De gedaagde of verweerder heeft in dat geval voldoende belang bij een rechtsmiddel tegen die uitspraak, ook al strekt het dictum tot afwijzing van de vordering of het verzoek van de wederpartij. (meer…)

HR 13 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:685

De Hoge Raad ziet op dit moment af van beantwoording van prejudiciële vragen over de rechtsgevolgen van draagmoederschap in het buitenland, omdat hierover op korte termijn een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer zal worden ingediend. In de tussentijd kan de rechter in een concrete zaak een beslissing nemen aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij kan de rechter ook overeenkomstige toepassing geven aan art. 10:100 en 10:101 BW. (meer…)

HR 13 mei 2022 ECLI:NL:HR:2022:633

Ruben de Graaff behandelt in minder dan drie minuten een belangrijke procesrechtelijke les van de Hoge Raad: een nadelige dragende overweging kan gezag van gewijsde krijgen, ook al strekt het dictum tot afwijzing van de vordering of het verzoek van de wederpartij.

 

Cassatievlog #019 is ook als podcast beschikbaar.

HR 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:628 (X / Stichting Het Utrechts Landschap)

(i) Een digitale zitting is niet naar zijn aard niet openbaar. Het beperken van de openbaarheid van een zitting – door slechts enkele mensen digitaal toe te laten – is niet in strijd met art. 6 EVRM en art. 121 van de Grondwet.
(ii) Het vergoedingsrecht voor erfpachtafhankelijke opstalrechten op grond van art. 5:105 lid 3 BW in samenhang met art. 5:99 BW geldt ook voor afhankelijke opstalrechten die vóór 1 januari 1992 bestonden.  (meer…)

HR 22 april 2022 ECLI:NL:HR:2022:585

Als een partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in een door haar ingesteld verzet tegen een verstekvonnis, kan een in het verzet-exploot ingestelde vordering in reconventie onder omstandigheden alsnog worden beoordeeld door de rechter. Daarvoor is nodig dat de betrokken partij te kennen geeft in geval van niet-ontvankelijkheid in het verzet toch beoordeling van haar vordering te wensen. In dat geval kan het exploot worden aangemerkt als een gewone dagvaarding, die een nieuwe procedure inluidt. (meer…)

HR 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:594

In cassatie staat in deze zaak de vraag centraal of in hoger beroep door appellant een (kenbare) grief is gericht tegen een bepaalde – voor appellant nadelige – beslissing van de rechtbank. Dat is van belang, omdat het hof anders in beginsel gebonden is aan die beslissing van de rechtbank. In dit geval was geen (kenbare) grief gericht tegen de voor appellant nadelige beslissing van de rechtbank. Het hof is dan ook buiten de grenzen van de rechtsstrijd in hoger beroep getreden door desondanks op dat punt tot een andere beslissing te komen dan de rechtbank. (meer…)

Cassatieblog.nl