Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 24 september 2021 ECLI:NL:HR:2021:1357

Bij een verzoekschrift tot wijziging van een zorgmachtiging dienen volgens de Hoge Raad in deze uitspraak te worden overgelegd: (meer…)

HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1144

 Ook in hoger beroep moet beoordeeld worden welke gevolgtrekking geraden is in het licht van de aard en ernst van een schending van de waarheids- en volledigheidsplicht van art. 21 Rv in eerste aanleg en de overige omstandigheden van het geval. Het hof kon, evenals de rechtbank, ontzegging van de vorderingen op haar plaats te achten.  (meer…)

HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1171

Een arbitraal vonnis dat op meerdere zelfstandig dragende gronden berust, kan alleen worden vernietigd als met succes vernietigingsgronden zijn gericht tegen al die gronden.  (meer…)

HR 18 juni 2021, ECLI:NL:HR: 2021:957 (Vereniging van Albert Heijn Franchisenemers c.s./Albert Heijn c.s.)

Deze procedure gaat over de financiële afrekening tussen Albert Heijn als franchisegever en het merendeel van haar franchisenemers over 2008 en de jaren daarna. In deze procedure speelt de uitleg van de (standaard) franchiseovereenkomst (“FO”) die tussen partijen is gesloten, een centrale rol. (meer…)

HR 11 juni 2021 ECLI:NL:HR:2021:859

De schuldenaar kan in hoger beroep opkomen tegen de afwijzing van het primaire verzoek om een bevel tot instemming met een schuldregeling, als de rechtbank (i) ook het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft afgewezen en (ii) de schuldenaar ook daartegen in hoger beroep opkomt of dit subsidiaire verzoek in hoger beroep niet handhaaft. Dit geldt ook als door de rechtbank nog niet is beslist op het subsidiaire verzoek, maar wel op het primaire verzoek. (meer…)

28 mei 2021 ECLI:NL:HR:2021:784 

De driemaandentermijn van art. 1068 lid 2 Rv kan – naar gelang de omstandigheden van het geval – voor elke afzonderlijke herroepingsgrond aanvangen op het zelfde moment, of juist op uiteenlopende momenten.
Het gaat in dit geschil om de vraag of een partij de driemaandentermijn van art. 1068 lid 2 Rv voor herroeping van een arbitraal vonnis heeft laten verstrijken en het moment waarop de driemaandentermijn voor elk van de herroepingsgronden van dat artikel aanvangt.  (meer…)

Cassatieblog.nl