Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:269, 272, 280 en 284

1. Art. 270 lid 5 Rv (van Aruba, Sint Maarten, Curaçao of de BES-eilanden) kan niet worden aangemerkt als een wettelijke grondslag die op voldoende voorzienbare wijze de sanctie van verval van het hoger beroep verbindt aan niet-tijdige betaling van nageheven griffierecht.
2. Als het hof, ondanks de niet-tijdige betaling van het griffierecht en het daaruit voortvloeiende verval van het hoger beroep, toch gelegenheid aan de desbetreffende procespartij heeft gegeven voor een verdere inhoudelijke proceshandeling, zoals het indienen van een processtuk of het houden van een pleidooi, mag die procespartij in beginsel erop vertrouwen dat het hoger beroep aanhangig is en dat de door het hof toegelaten proceshandeling niet nodeloos zal blijken te zijn. (meer…)

Het overzicht van lopende zaken vermeldt vijf nieuwe civiele zaken (afgezien van 2 fiscaal-rechtelijke zaken) waarin op grond van art. 392 Rv prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld.  De vragen zien op (1) is artikel 6 Bijzondere voorwaarden een  beding dat op grond van Richtlijn 93/13 als oneerlijk moet worden beschouwd, (2) de invoering van de Jeugdwet en de WMO 2015, (3) kan art. 2:18 BW over omzetting van rechtspersonen overeenkomstig worden toegepast ten aanzien van kerkgenootschappen, (4) erkenning van bigamie en (5) tijdstip aanvang van de tien-jaar-termijn: het materiele einde of het formele einde van de schuldsanering. (meer…)

HR 10 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:213

De uitsluiting van de hogere voorziening waartoe in Rabobank/Sporting Connection is geoordeeld, heeft mede betrekking op de in art. 3:251 lid 1 BW bedoelde beslissing van de voorzieningenrechter dat het pand zal verblijven aan de pandhouder. (meer…)

HR 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:158

Een minderjarige kan een verzoek om benoeming van een bijzondere curator (art. 1:250 BW) indienen zonder te worden vertegenwoordigd door een wettelijk vertegenwoordiger, maar kan tegen de afwijzing van zo’n informeel verzoek niet zonder de wettelijk verplichte rechtsbijstand van een advocaat een rechtsmiddel aanwenden. (meer…)

HR 27 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:94 (X/Gemeente Utrecht)

Als de schadeloosstelling voor onteigening op een lager bedrag wordt vastgesteld dan het ontvangen voorschot, is de onteigende over het te veel ontvangen voorschot geen wettelijke rente verschuldigd. Eventuele voordelen die uit dat te veel ontvangen voorschot voortvloeien, komen niet voor verrekening met de schadeloosstelling in aanmerking. De Hoge Raad komt daarmee terug van zijn eerdere rechtspraak. (meer…)

Cassatieblog.nl