Selecteer een pagina
Perikelen rondom verkrijgende verjaring, bezit en inbezitneming van grond

Perikelen rondom verkrijgende verjaring, bezit en inbezitneming van grond

HR 7 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1268

De hier te bespreken zaak speelt zich af op het landgoed Park Oud Wassenaar, een particulier landgoed waarop zich (onder meer) het Kasteel Oud-Wassenaar en een viertal appartementsgebouwen met in totaal 60 appartementen bevinden. Het park en het kasteel waren sinds 1924 in eigendom van de familie van X. Medio 1975 werd het park rondom het kasteel door X in eigendom overgedragen aan een projectontwikkelaar, die daarop de appartementsgebouwen heeft gebouwd. Het kasteel zelf behoort sinds 1987 in eigendom toe aan de Monumentenstichting Kasteel Oud-Wassenaar (verweerster in cassatie sub 1). Lees meer…

Verdeling beperkte gemeenschap van registergoed en daarop betrekking hebbende schulden

Verdeling beperkte gemeenschap van registergoed en daarop betrekking hebbende schulden

HR 14 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1358

Het oordeel van het hof dat voor zover de roerende zaken níet kunnen worden geacht te behoren tot de beperkte (huwelijks)gemeenschap van partijen, er ten aanzien van die zaken sprake is van een eenvoudige gemeenschap omdat zij aan beide partijen zijn gaan toebehoren, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Lees meer…

Bevoegdheidsverdeling tussen de burgerlijke rechter en de belastingrechter

Bevoegdheidsverdeling tussen de burgerlijke rechter en de belastingrechter

HR 16 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1103 (Rederij Volendam-Marken Express B.V. / Gemeente Waterland)

Het staat niet ter vrije bepaling van partijen of de belastingrechter of de burgerlijke rechter van een geschil kennis zal nemen. Alleen de belastingrechter is bevoegd om over de juistheid van opgelegde aanslagen te oordelen. De belastingrechter kan in dat kader mede nagaan of een daaraan ten grondslag liggende overeenkomst rechtsgeldig is op grond van het burgerlijk recht. In die toetsing kan de belastingrechter ook art. 3:40 BW betrekken. Er bestaat dan ook geen grond voor aanvullende rechtsbescherming door de burgerlijke rechter. Lees meer…

Aansprakelijkheid materieel werkgever bij onrechtmatige daad doorgeleende werknemer

Aansprakelijkheid materieel werkgever bij onrechtmatige daad doorgeleende werknemer

HR 14 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1345 (J.M.V. Spoorwegveiligheid B.V./Zürich)

Indien een partij op grond van art. 6:170 lid 1 BW wordt aangesproken voor een fout van een ondergeschikte, dient de rechter – nu de werknemer in die procedure zelf geen partij is – de onrechtmatigheid van zijn handelen te beoordelen als ware de aansprakelijkheid van de werknemer zelf in het geding. Voor het aannemen van ondergeschiktheid is het bestaan van zeggenschap bij de aansprakelijk gehouden partij over de vraag of en op welke momenten de persoon die onrechtmatig heeft gehandeld werkzaamheden voor een bepaalde derde dient uit te voeren, in beginsel voldoende. Lees meer…

Kantoorbetekening blijft onder KEI mogelijk bij buitenlandse verweerders

Kantoorbetekening blijft onder KEI mogelijk bij buitenlandse verweerders

HR 7 juli 2017 (HRC N.V./Verweerster), ECLI:NL:HR:2017:1278

De rechtspraak van de Hoge Raad over de kantoorbetekening op de voet van art. 63 Rv (HR 13 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:310) behoudt haar betekenis na inwerkingtreding van KEI. Het oproepingsbericht kan daarom worden betekend aan het kantoor van de advocaat waar de verweerder in vorige instantie woonplaats heeft gekozen, in gevallen waarin de verweerder een bekende woonplaats of een bekend werkelijk verblijf heeft in een lidstaat waar de Betekeningsverordening II van toepassing is (art. 115 lid 1 nieuw Rv) dan wel in een staat die partij is bij het Haags Betekeningsverdrag (art. 115 lid 2 nieuw Rv). Lees meer…

Onteigeningsrechter mag tardief aangeboden stukken niet zonder meer buiten beschouwing laten

Onteigeningsrechter mag tardief aangeboden stukken niet zonder meer buiten beschouwing laten

HR 9 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1069 (Vado Properties Maastricht/Gemeente Maastricht)

De onteigeningsrechter heeft de taak om de schadeloosstelling voor onteigening zelfstandig vast te stellen, wat meebrengt dat de onteigeningsrechter zelf nader onderzoek moet doen als de gedingstukken daar aanknopingspunten voor bevatten. In een geval dat zulke aanknopingspunten bestaan mag hij een aanbod om stukken over te leggen niet als tardief buiten beschouwing laten. Lees meer…

Wachtgeldaanspraak werknemer na privatisering ABP in 1996

Wachtgeldaanspraak werknemer na privatisering ABP in 1996

HR 23 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1135

De regeling dat een belanghebbende die als werknemer is ontslagen, op grond van art. 4 lid 1 Regeling Wachtgeld Uitkering bij Privatisering (hierna: ‘WUP’) recht heeft op wachtgeld, is van overeenkomstige toepassing op het personeel van de Stichting Pensioenfonds ABP. In de WUP zijn bepaalde artikelen van de Ontslaguitkeringsregeling ABP (hierna: ‘OUR’) van toepassing verklaard. Uit de overweging van het hof in de hoofdprocedure dat de werknemer in kwestie (alleen) aanspraak had op wachtgeld op grond van de WUP – en niet op grond van de OUR – mocht het hof in de schadestaatprocedure niet afleiden dat de in de WUP van toepassing verklaarde artikelen uit de OUR toepassing misten. Lees meer…

Zwarighedenprocedure over verdeling nalatenschap

Zwarighedenprocedure over verdeling nalatenschap

HR 23 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1137

1. Voor de waardering van het perceel is niet van belang dat dit ten tijde van het eindarrest niet meer tot de onverdeeldheid behoorde; 2. Het hof is buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden door ambtshalve te oordelen dat verschuldigdheid van rente naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl