

Heffing kansspelbelasting voor kansspelautomaten is op niveau van de regelgeving niet in strijd met art. 1 Eerste Protocol
HR 27 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1523 (Staatssecretaris van Financiën/belanghebbende)
De Hoge Raad oordeelt dat geen sprake is van discriminatie bij de heffing van kansspelbelasting voor kansspelautomaten. Ook is met de invoering van kansspelbelasting voor kansspelautomaten het vereiste van een redelijke en proportionele verhouding (‘fair balance’) op het niveau van de regelgeving niet geschonden. De vraag of de onderhavige wetswijziging, hoewel deze op het niveau van de regelgeving niet heeft geleid tot een schending van artikel 1 Eerste Protocol, heeft geleid tot een individuele en buitensporige last in het geval van belanghebbende, moet na verwijzing nog worden beoordeeld. Lees meer…

Einde overgangsrecht civiele cassatiebalie – einde rolzitting
Met ingang van 1 juli 2014 kwalificeren Haagse advocaten niet langer automatisch als advocaat bij de Hoge Raad. Civiele cassatiezaken kunnen alleen nog worden behandeld door advocaten die zijn toegelaten tot de landelijke civiele cassatiebalie. In verband hiermee wordt de civiele rolzitting bij de Hoge Raad afgeschaft. Lees meer…

Maatstaf stilzwijgende aanvaarding nalatenschap
HR 20 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1489
Stilzwijgende aanvaarding nalatenschap ex art. 4:192 lid 1 BW vanwege verzet tegen verstekvonnis, waarbij erfgenamen zijn veroordeeld tot betaling aan schuldeiser van de nalatenschap? Bevestiging maatstaf geformuleerd in HR 26 april 1968, NJ 1969/322. Lees meer…

Recht op kosteloze bijstand van een tolk in BOPZ-zaken
HR 20 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1495
Uit art. 5 en 6 EVRM volgt dat ieder die betrokken wordt in een procedure die tot onvrijwillige vrijheidsontneming kan leiden, recht heeft op kostenoze bijstand van een tolk, indien hij de taal waarin de zitting wordt gehouden niet of onvoldoende beheerst. Art. 5 EVRM heeft mede betrekking op procedures op de voet van de Wet BOPZ, zodat betrokkenen in dergelijke procedure recht hebben op dergelijke bijstand van een tolk. Uit art. 5 en 6 EVRM volgt tevens dat afwijzing van een verzoek om bijstand van een tolk dient te worden gemotiveerd. Lees meer…

Enquêterecht: regels onderzoeker voor het horen van personen
HR 13 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1403 (Energie Concurrent / Eneco Retail en Greenchoice)
Indien de onderzoeker verklaringen van door hem gehoorde personen vastlegt met audiovisuele middelen, dient hij de gehoorde persoon in beginsel gelegenheid te geven de opname te zien of te beluisteren, opdat de gehoorde persoon opmerkingen kan maken naar aanleiding van de vastgelegde verklaring. Op de onderzoeker rust in beginsel echter niet de verplichting om een kopie van de opname aan de gehoorde persoon ter beschikking te stellen. De onderzoeker bepaalt of hij door de gehoorde gemaakte opmerkingen in het interviewverslag verwerkt. Lees meer…

Verevening van pensioenrechten op Curaçao
HR 13 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1402
Curaçaose zaak. Opgebouwde pensioenrechten van één van de ex-echtelieden behoren in beginsel tot de te verdelen huwelijksgoederengemeenschap. Bij de verdeling van deze aanspraken moet rekening gehouden worden met wat de eisen van redelijkheid en billijkheid, gelet op de omstandigheden van het geval, meebrengen. Toepassing van deze maatstaf kan zelfs meebrengen dat verrekening van pensioenrechten achterwege blijft. De rechter heeft hierbij een grote mate van vrijheid. Lees meer…

Gefailleerde is belanghebbende bij verzoek benoeming schuldeiserscommissie
HR 6 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1338 (SNS Property Finance B.V. en de Rabobank Apeldoorn e.o/ X)
Indien op de voet van art. 74 Fw dan wel art. 75 Fw een schuldeiserscommissie is benoemd, is de gefailleerde op grond van art. 105 lid 1 Fw verplicht om voor deze commissie te verschijnen en haar alle inlichtingen te verschaffen, zo dikwijls hij daartoe wordt opgeroepen. Dergelijke verstrekkende verplichtingen jegens een commissie uit de schuldeisers kunnen de gefailleerde zodanig in een eigen belang treffen dat hij in de procedure op de voet van art. 74 Fw dan wel art. 75 Fw behoort te mogen opkomen ter bescherming van dat belang, hetgeen grond is om hem in dat verband als belanghebbende aan te merken. Lees meer…

Bij toepassing van de TOS geldt een diplomatieke status niet als uitzonderlijk
HR 23 mei 2014, ECLI:NL:HR:2014:1201
De Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen Nederland en Suriname (TOS) biedt geen grondslag voor het verkrijgen van een nationaliteit door het toekennen van een fictieve of formele woonplaats in verband met iemands diplomatieke status. Lees meer…

Bij vereenvoudigde afwikkeling faillissement kan schuldeiser zich door verzet tegen uitdelingslijst alsnog beroepen op voorrang
HR 13 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1404 (X/mr. H.M. Eijking q.q.)
Ingevolge art. 137e Fw kan een schuldeiser in verzet komen tegen de uitdelingslijst die is opgemaakt in het kader van een vereenvoudigde afwikkeling van het faillissement (art. 137a-137g Fw). Indien in de vereenvoudigde afwikkeling van het faillissement geen verificatievergadering is gehouden, kan een schuldeiser zich bij wege van verzet tegen de uitdelingslijst beroepen op een recht van voorrang, waarop hij eerder geen beroep heeft gedaan. Lees meer…

Telefoonabonnement met “gratis” toestel is koop op afbetaling / consumentenkrediet
HR 13 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1385
Een telefoonabonnement waarbij een telefoon om niet ter beschikking wordt gesteld aan de consument, kwalificeert in beginsel als koop op afbetaling in de zin van art. 7A:1576 e.v. BW, krediettransactie in de zin van art. 1 sub a, 2e Wck (oud) en kredietovereenkomst in de zin van art. 7:57 lid 1 sub c BW. In geval van vernietiging wegens strijd met de desbetreffende wettelijke regels kan de overeenkomst met toepassing van art. 3:41 BW (mogelijk) gedeeltelijk in stand blijven. Lees meer…