Selecteer een pagina
Alle waterwegen leiden naar Rotterdam: is artikel 11 LLMC een bevoegdheidsbepaling?

Alle waterwegen leiden naar Rotterdam: is artikel 11 LLMC een bevoegdheidsbepaling?

HR 29 mei 2020 ECLI:NL:HR:2020:956

Artikel 11 LLMC betreft geen zuivere rechtsmachtbepaling, zodat de rechtsmacht moet berusten op een buiten het LLMC gelegen grondslag. Artikel 11 LLMC brengt wel een beperking aan op de bevoegdheid van de rechter om een verzoek tot fondsvorming in te willigen, doordat het de eis stelt dat in de verdragsstaat van die rechter een rechtsgeding (waaronder valt: een arbitrage procedure) aanhangig wordt gemaakt met betrekking tot voor beperking vatbare vorderingen. In zoverre betreft artikel 11 LLMC een verkapte rechtsmachtbepaling.
De Hoge Raad neemt voorshands aan dat art. 9 Brussel I-bis uitsluitend betrekking heeft op de zelfstandige vordering die de scheepseigenaar instelt tegen degene die een aanspraak pretendeert, en niet op een verzoek tot fondsvorming en beperking van aansprakelijkheid als bedoeld in art. 642a lid 1 Rv jo. artt. 8:750-759 BW. Bij gegrondbevinding van de klacht bestaat geen belang, omdat de rechtbank Rotterdam bevoegd is op andere gronden. Voor het stellen van prejudiciële vragen bestaat ook geen noodzaak. Lees meer…

Geen repatriëring vrouwen en kinderen uit opvangkampen in noord-Syrië

Geen repatriëring vrouwen en kinderen uit opvangkampen in noord-Syrië

HR 26 juni 2020 ECLI:NL:HR:2020:1148

Het oordeel van het hof dat, gelet op de belangen van de Staat en gelet op de omstandigheid dat de vrouwen uit eigen beweging zijn uitgereisd naar het jihadistisch strijdgebied, ondanks zwaarwegende belangen van vrouwen en kinderen, de Staat in redelijkheid heeft kunnen komen tot zijn beslissing om hen niet naar Nederland terug te halen en zich daartoe ook niet in te spannen, blijft in stand.  Lees meer…

Over de aansprakelijkheid van arts en ziekenhuis

Over de aansprakelijkheid van arts en ziekenhuis

HR 19 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1090 en HR 19 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1082

In deze twee arresten zet de Hoge Raad uiteen aan de hand van welke maatstaven moet worden beoordeeld of een verrichte geneeskundige behandeling en het gebruik van een medische hulpzaak een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de geneeskundige behandelingsovereenkomst opleveren. In de prejudiciële procedure beoordeelt hij vervolgens of het gebruik van PIP-implantaten een toerekenbare tekortkoming oplevert. Lees meer…

‘Corona-betekening’ is rechtsgeldig

‘Corona-betekening’ is rechtsgeldig

HR 19 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1088

De deurwaarder kan rechtsgeldig een exploot betekenen door in een concreet geval, waarin de deurwaarder constateert dat uitreiking van het exploot in persoon niet verantwoord is doordat hij geen 1,5 meter afstand kan houden, te volstaan met in het exploot te vermelden dat uitreiking overeenkomstig art. 46 lid 1 Rv wegens het besmettingsgevaar met COVID-19 feitelijk onmogelijk is. Lees meer…

Opnieuw: bevestiging vaste rechtspraak terzake wijziging alimentatie met terugwerkende kracht

Opnieuw: bevestiging vaste rechtspraak terzake wijziging alimentatie met terugwerkende kracht

HR 19 juni 2020 ECLI:NL:HR:2020:1081 

De Hoge Raad bevestigt opnieuw zijn jurisprudentie met betrekking tot wijziging van alimentatie met terugwerkende kracht en een daarmee samenhangende terugbetalingsverplichting van de alimentatiegerechtigde. Slagende motiveringsklacht ten aanzien van door de appelrechter aangenomen verdiencapaciteit alimentatiegerechtigde. Lees meer…

Wvggz: Cassatieberoep tegen voortzetting crisismaatregel; andere zorg dan in crisismaatregel; onafhankelijkheid van psychiater in crisisdienst; actualiteit van de beoordeling

Wvggz: Cassatieberoep tegen voortzetting crisismaatregel; andere zorg dan in crisismaatregel; onafhankelijkheid van psychiater in crisisdienst; actualiteit van de beoordeling

ECLI:NL:HR:202:1012 en ECLI:NL:HR:2020:1017

In de eerste twee uitspraken onder de per 1 januari 2020 in werking getreden Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), een van de opvolgers van de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz), beslist de Hoge Raad dat tegen de verlening van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel cassatieberoep openstaat. De Hoge Raad oordeelt dat sprake is van een omissie van de wetgever, waar deze uitsluitend in het kader van de zorgmachtiging heeft bepaald dat de regels van de verzoekschriftprocedure in Rv aanvullend van overeenkomstige toepassing zijn. Tegen de voorganger van de machtiging voortzetting crisismaatregel onder de Wet Bopz, de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling, stond geen gewoon rechtsmiddel open (art. 29 lid 5). In art. 7:8 lid 5 Wvggz is slechts bepaald dat tegen de beslissing van de rechter tot voortzetting van de crisismaatregel geen hoger beroep openstaat. Lees meer…

Motiveringseisen aan oordeel over hoogte van billijke vergoeding ex art. 7:683 lid 3 BW

Motiveringseisen aan oordeel over hoogte van billijke vergoeding ex art. 7:683 lid 3 BW

HR 29 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:955

(i) De billijke vergoeding ex art. 7:683 lid 3 BW dient als alternatief voor herstel van de arbeidsovereenkomst. Het ligt daarom in de rede dat de rechter de hoogte van deze vergoeding mede bepaalt aan de hand van de ‘waarde’ die de arbeidsovereenkomst voor de werknemer had.
(ii) De rechter dient in de motivering van zijn oordeel over de billijke vergoeding inzicht te geven in de omstandigheden die tot de beslissing over de hoogte van die vergoeding hebben geleid. Het oordeel over de hoogte van de vergoeding moet begrijpelijk zijn, mede in het licht van het debat dat partijen over de vergoeding hebben gevoerd.
(iii) Bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding is de lengte van het dienstverband een relevant gezichtspunt. Lees meer…

Beroep tegen opheffing faillissement vereist aannemelijkheid van baten

Beroep tegen opheffing faillissement vereist aannemelijkheid van baten

HR 5 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1016

(i) De schuldeiser die op de voet van art. 18 Fw opkomt tegen opheffing van het faillissement bij gebrek aan baten moet aannemelijk maken dat nog wel voldoende baten in het faillissement aanwezig zijn voor de voldoening van de in art. 16 Fw genoemde kosten en schulden.

(ii) Voor een beroep op de Garantstellingsregeling curatoren 2012 is vereist dat sprake is van een rechtsvordering of verhaalsonderzoek waarvan vooraf redelijkerwijs kan worden ingeschat dat de kosten in redelijke verhouding staan tot de te verwachten opbrengst. Het doen van een verzoek tot een garantstelling is aan de curator, die daarbij genoemde inschatting zal moeten maken. Lees meer…

Vervallen auteursrecht blijft vervallen

Vervallen auteursrecht blijft vervallen

HR 17 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:750 (Montis/Goossens)

Het schrappen van het vereiste van de instandhoudingsverklaring (art. 21 lid 3 (oud) BTMW) uit de wet per 1 december 2003, heeft niet tot gevolg dat het auteursrecht op een werk van toegepaste kunst dat voor 1 december 2003 is vervallen wegens het niet tijdig afleggen van een instandhoudingsverklaring, herleeft. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl