Selecteer een pagina
Wet Bopz: nogmaals de positie van de arts verstandelijk gehandicapten

Wet Bopz: nogmaals de positie van de arts verstandelijk gehandicapten

HR 2 november 2018  ECLI:NL:HR:2018:2044 en ECLI:NL:HR:2018:2046

De Hoge Raad heeft een tweetal uitspraken gedaan over de positie van de arts voor verstandelijk gehandicapten. Bij geconstateerde psychiatrische problematiek van een verstandelijk gehandicapte patiënt dient een psychiater het onderzoek over te nemen of bij het onderzoek betrokken te worden. Lees meer…

Uitzondering op Baijingsleer mogelijk voor na ontbindingsuitspraak bekend geworden feiten

Uitzondering op Baijingsleer mogelijk voor na ontbindingsuitspraak bekend geworden feiten

HR 26 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1986

In een geval waarin de rechter een arbeidsovereenkomst heeft ontbonden onder het vóór 1 juli 2015 geldende recht wegens een aan de ex-werknemer verweten gedraging en na de ontbindingsprocedure op dit punt nieuwe informatie van wezenlijke betekenis is bekend geworden die de ontbindingsrechter op dit punt niet heeft kunnen meewegen, is het in lijn met het Baijingsarrest, dat in een afzonderlijk geding alsnog op basis van de nieuw bekend geworden feiten kan worden beoordeeld of de werknemer op grond van de eisen van goed werkgeverschap of die van de redelijkheid en billijkheid aanspraak heeft op een (aanvullende) vergoeding in verband met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.    Lees meer…

Verhouding hoofdprocedure en schadestaatprocedure

Verhouding hoofdprocedure en schadestaatprocedure

HR 19 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1975

Uitgangspunt is dat de rechter in de hoofdprocedure de grondslag voor aansprakelijkheid vaststelt en dat de rechter in de schadestaatprocedure gebonden is aan dat oordeel. In onderhavige zaak laat het arrest van het hof  in de hoofdprocedure geen andere uitleg toe dan dat de grondslag voor de door het hof aangenomen aansprakelijkheid van verweerster is gelegen in een rechtstreeks op art. 7:611 BW berustende verplichting van de werkgever om de werknemer diens schade als gevolg van een arbeidsgerelateerd verkeersongeval te vergoeden en dat het hof op die grondslag verweerster aansprakelijk acht voor de schade die eiser lijdt als gevolg van het hem overkomen verkeersongeval, en dus niet voor de schade die eiser lijdt als gevolg van het ontbreken van een adequate verzekering. Lees meer…

Exhibitie art. 843a Rv kan ook bij verzoekschrift worden verzocht

Exhibitie art. 843a Rv kan ook bij verzoekschrift worden verzocht

HR 26 oktober 2018 ECLI:NL:HR:2018:1985

Een exhibitievordering op grond van art. 843a Rv kan ook worden verzocht bij verzoekschrift.

In deze procedure gaat het om de vraag of het hof op goede gronden heeft geoordeeld dat het verzoek van verweerster in cassatie tot inzage op de voet van art. 843a Rv op de juiste wijze is ingediend, zij rechtmatig belang heeft bij haar verzoek en er geen weigeringsgronden zijn die aan inzage in de weg staan.  Lees meer…

Hoge Raad komt niet terug van [B]/Dexia (cliëntenremisier)

Hoge Raad komt niet terug van [B]/Dexia (cliëntenremisier)

HR 12 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1935 ([X]/Dexia)

(1) De Hoge Raad ziet in de door het gerechtshof Amsterdam gegeven argumenten géén aanleiding om terug te komen van het arrest [B]/Dexia (cliëntenremisier). In gevallen als in dat arrest aan de orde staat niet voorop dat Dexia tekortschoot in haar zorgplicht jegens de afnemer, maar dat zij contracteerde in weerwil van een wettelijk verbod dat ertoe strekte de afnemer te beschermen tegen het aangaan van een beleggingsovereenkomst na advies door een adviseur zonder de benodigde vergunning; (2) De verbindendverklaring van een WCAM-overeenkomst kan geen grond opleveren voor een bepaalde rechtsuitleg. Lees meer…

Onderdelen van de Staat kunnen elkaars vorderingen niet opvoeren als steunvordering

Onderdelen van de Staat kunnen elkaars vorderingen niet opvoeren als steunvordering

HR 26 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1988 (Staat/V.)

Onder schuldeiser valt in de Faillissementswet te verstaan een natuurlijke persoon of een rechtspersoon. Vorderingen van organen en onderdelen van de Staat die geen rechtspersoonlijkheid bezitten, zoals de ontvanger en de belastingdienst, hebben voor de toepassing van de Faillissementswet te gelden als vorderingen van een en dezelfde schuldeiser, de Staat. Er is geen grond om hierop een uitzondering te maken voor organen of onderdelen van de Staat die organisatorisch, budgettair of begrotingstechnisch in vergaande mate zelfstandig zijn. Lees meer…

Afgeleide schade en formele rechtskracht – een fatale combinatie?

Afgeleide schade en formele rechtskracht – een fatale combinatie?

HR 12 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1899

De regels over afgeleide schade hebben uitsluitend betrekking op het geval waarin onrechtmatig is gehandeld of wanprestatie is gepleegd jegens een vennootschap, en de aandeelhouder vergoeding vordert van de waardevermindering van zijn aandelen of gemiste koerswinst die daarvan het gevolg is. Het is dan aan de vennootschap zelf om schadevergoeding te vorderen. In deze zaak is geen sprake van onrechtmatig handelen jegens de dochtermaatschappij, zodat de holding geen schadevergoeding kan worden ontzegd op de grond dat de dochter terzake geen vordering heeft ingesteld.  Lees meer…

Onderzoeksbevoegdheid Algemene Rekenkamer Curaçao

Onderzoeksbevoegdheid Algemene Rekenkamer Curaçao

HR 19 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1999

De reikwijdte van de onderzoeksbevoegdheden van de Algemene Rekenkamer van Curaçao is bij private ondernemingen, waarbij het beheer van het geld van het Land Curaçao zijdelings is betrokken,  beperkt tot de informatieplicht die op deze onderneming rust. Een onderzoek naar het beleid van een onderneming  valt niet onder die bevoegdheid.  Lees meer…

Te snel investeren vormt een risico voor beoordelende instellingen

Te snel investeren vormt een risico voor beoordelende instellingen

HR 19 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1973 (EnergyClaim/Staat)

De Hoge Raad heeft in het arrest EnergyClaim/Staat beslist over de vordering van EnergyClaim tot schadevergoeding onder meer wegens het onjuist implementeren van een Europese Richtlijn (Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen, PbEG 2003, L 1/65 (EPB-richtlijn)) op het terrein van energieprestatie-certificaten). Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl