Alle berichten met de tag: BW art. 7:312


HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2034

(1) De rechter moet eerst met behulp van de Haviltex-maatstaf de inhoud van (de wederzijdse rechten en plichten) vaststellen, en mag pas daarna beoordelen of die overeenkomst de kenmerken heeft van een bijzondere overeenkomst (kwalificatie) zoals een pachtovereenkomst. De rechter mag niet aan de hand van voorschriften die voor een pachtovereenkomst gelden, vaststellen of partijen wel of niet beoogden een pachtovereenkomst aan te gaan. (2) Het is niet uitgesloten dat op enig moment na het sluiten van een overeenkomst een ander dan de oorspronkelijke contractspartij in diens plaats als contractuele wederpartij moet worden aangemerkt. Of sprake is van een wijziging van een van de contractspartijen, hangt af van wat de betrokken partijen daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en redelijkerwijze mochten afleiden. (meer…)

Cassatieblog.nl