Alle berichten met de tag: dwaling


Hoge Raad 13 juni 2025, ECLI:NL:HR:2025:898

In dit arrest gaat de Hoge Raad in op de verhouding tussen strafrechtelijke transacties en wilsgebreken. De Hoge Raad oordeelt in een oordeel ten overvloede dat moet worden aangenomen dat een strafrechtelijke transactie als bedoeld in art. 74 Sr in beginsel kan worden vernietigd met een beroep op overeenkomstige toepassing van de civielrechtelijke bepalingen over dwaling (art. 6:228 BW) en bedrog (art. 3:44 BW). Jellis Jansen bespreekt in drie minuten de uitspraak.

Gijsbrecht Nieuwland en Berend-Bram Heinen hebben de Stat in cassatie blijgestaan.

 

HR 9 februari 2024 ECLI:NL:HR:2024:208

Als een aandelenkoop wordt vernietigd wegens een wilsgebrek, brengt de enkele omstandigheid dat de verkoper de aandelen al heeft overgedragen aan de koper nog niet mee dat de gevolgen van de overeenkomst bezwaarlijk ongedaan kunnen worden gemaakt als bedoeld in art. 3:53 lid 2 BW. Bovendien is het enkele feit dat een partij wordt benadeeld door de vernietiging onvoldoende grond om de regeling voor onbillijke bevoordeling uit art. 3:53 lid 2 BW toe te passen. Giel Wind bespreekt dit arrest.

Cassatievlog #089 is ook als podcast beschikbaar

HR 9 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:208  (Rookie B.V. / ABC Hekwerk Participaties B.V.)

Als een overeenkomst van koop van aandelen wordt vernietigd wegens een wilsgebrek, brengt de enkele omstandigheid dat de verkoper de aandelen al heeft overgedragen aan de koper, nog niet mee dat de gevolgen van de overeenkomst bezwaarlijk ongedaan kunnen worden gemaakt als bedoeld in art. 3:53 lid 2 BW. Evenmin is het enkele feit dat een partij wordt benadeeld door de vernietiging voldoende grond om art. 3:53 lid 2 BW toe te passen.  (meer…)

HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:18

(i) Om de aanvang van de verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW vast te stellen, moet de rechter beoordelen of de benadeelde daadwerkelijk bekend is met de feiten en omstandigheden die betrekking hebben op (i) de schade – dus dat nadeel wordt geleden als gevolg van tekortschietend of foutief handelen van een derde – en (ii) de aansprakelijke persoon. Bij de beoordeling of de benadeelde daadwerkelijk bekend was met het tekortschietend of foutief handelen van de aansprakelijke persoon dient de rechter te betrekken of de benadeelde over de kennis en het inzicht beschikte om de deugdelijkheid van het handelen te kunnen beoordelen;
(ii) Het is niet zo dat bij een schending van een zorgplicht door een bank van daadwerkelijke bekendheid van de cliënt met de schade en de aansprakelijke persoon pas sprake kan zijn als de cliënt op de hoogte is van de inhoud van de zorgplicht; (meer…)

HR 13 oktober 2023, ECLI:NL:HR:2023:1429

Soms komen zaken meer dan één keer bij de Hoge Raad. Zoals deze zaak, over de begroting van dwalingsnadeel bij een aandelenoverdracht. De koper had gedwaald over de omvang van het klantenbestand: de verkopers hadden niet gemeld dat een deel van de klanten had opgezegd. Voor de tweede keer heeft de Hoge Raad in deze procedure de vaststelling van het dwalingsnadeel vernietigd.

(meer…)

Cassatieblog.nl